Nu de Vredesweek 2014 voorbij is, kunt u hier binnenkort een verslag verwachten en een fotoverslag onder de pagina ” FOTO’s”
motto’s :“Nooit meer oorlog: Ontwapen!”
20 september Opening Vredesambassade
Mijn naam is: Bert Woudstra
Graag wil ik vandaag een bijdrage leveren om bij de opening van de Vredesweek 2014
met de titel: ‘Nooit Meer Oorlog, Ontwapen!’
U en allen die door de media geïnformeerd worden tot extra nadenken te inspireren.
Ik spreek tot u vanuit mijn ervaringen voor, tijdens en na de tweede wereldoorlog.
Toen ik op 7 jarige leeftijd in 1939 met mijn ouders en broer een bezoek bracht aan de oorlogsgraven en loopgraven in België, leerde ik wat de eerste wereldoorlog had aangericht:
30 miljoen gewonden en doden. Een onvoorstelbare ervaring die diepe indruk naliet.
Dat wij al een jaar daarna in een 2e wereldoorlog zouden worden ondergedompeld, maakte dat ik de ervaring uit België ging vertalen naar onze mogelijke toekomst. 60 Miljoen mensen lieten het leven in deze, verschrikkelijke, oorlog, circa 30 miljoen militairen en 30 miljoen burgers.
Bijna drie keer de huidige Nederlandse bevolking. 60 Miljoen keer één mensenleven. Dit is toch onvoorstelbaar?
Ik moest me, als kind van Joodse ouders, 3 jaar verbergen, onderduiken op 13 verschillende plekken. Er waren mensen die mijn jonge leven wilden beëindigen.
Van onze uit 53 personen bestaande familie werden 26 mensen vermoord door de nazi’s, 27, onder wie ik, overleefden, mede dankzij hulp van enkele moedige en vredelievende medemensen onder andere de Enschedese pastor, Leendert Overduin.
Deze afschuwelijke oorlogservaring vergezelt me dagelijks en ik ben me zeer bewust dat velen die momenteel oorlog meemaken en deze overleven, voor hun leven zijn getraumatiseerd.
Graag lees ik u een zeer oude tekst voor die is geschreven door een Grieks wijsgeer, Pericles, 460 jaar vóór onze jaartelling ( 2500 jaar geleden!):
‘Onze wetten verschaffen gelijke rechten aan allen. De vrijheid die we genieten strekt zich ook uit tot het dagelijks leven; wij zijn niet wantrouwend tegen elkaar en beschuldigen onze buurman niet als hij verkiest zijn eigen gang te gaan.
Maar onze vrijheid maakt ons niet wetteloos. Ons wordt geleerd de wet te respecteren en niet te vergeten onderdrukten te beschermen.
Wij zijn vrij om te leven zoals we willen.
En ofschoon slechts weinigen een politieke strategie kunnen ontwikkelen, zijn wij allen in staat deze te beoordelen. Wij beschouwen de discussie niet als een struikelblok voor actie, maar als een noodzakelijke voorwaarde om wijs te handelen.
Wij geloven dat geluk een vrucht is van vrijheid en vrijheid de vrucht van die moed.’ Einde citaat.
Om de vrede en vrijheid die we in het grootste deel van Europa al bijna 70 jaar genieten in stand te houden, zou deze tekst ons behulpzaam kunnen zijn.
De recente ramp met het vliegtuig, MH17, heeft ons allen met grote schrik doen beseffen dat een bedreiging van vrede dikwijls op de loer ligt en wat (moderne) wapens en fanatiek gedrag kunnen aanrichten.
Voordat ik met deze toespraak begon, stelde ik twee vragen:
1. Kan een minister-president of regering vrede en veiligheid waarborgen?
Natuurlijk kan onze minister-president of regering in NAVO- verband met spierballen taal geen waarborg bieden voor vrede en veiligheid. Wij, een ieder van ons, hebben hierin een taak en een opdracht. Een regering in een democratisch land heeft de plicht de gevoelens van haar burgers te vertalen in beleid. Ik verafschuw bovendien het weer oproepen van de eens beëindigde “koude oorlogssfeer”.
2. Brengt de productie van wapens en munitie ons vrede en veiligheid?
De wapen- en munitie productie brengt ons geen vrede en veiligheid. Ook de recente verhoging van het defensie budget zal dat niet doen. Deze brengt wel werkgelegenheid. En wat is het dan moeilijk om een afweging te maken.
Jaren geleden sprak professor Weizenbaum van het MIT uit Boston tijdens het Studium Generale op de UT over het stoppen van wapen productie. Hij wilde dat de enorme bewapeningsbudgetten een andere bestemming kregen. Laat de mensen in deze industrie voor die bedragen zinnig werk doen voor en in de samenleving.
Gevolg: werkgelegenheid in takt – productie wapentuig gestopt.
Wij kunnen alleen in vrede blijven leven indien ieder persoon, iedere man of vrouw, de overtuiging heeft dat door zijn of haar gedrag en houding vrede kan bestaan.
Graag richt ik me tot individuen, tot mensen en tot jonge mensen en niet tot groepen in onze samenleving. Omdat ieder persoonlijk verantwoordelijkheid draagt. En als ieder menselijk wezen zich van zijn verantwoordelijkheid bewust is, zal er, op termijn, oorlog worden uitgesloten.
Die verantwoordelijkheid hebben individuele mensen ook in groepsverband: laat de ander weten als je er anders over denkt.
Er zijn echter ook een paar positieve veranderingen in onze samenleving waar te nemen:
Ten eerste:
mensen die, helaas, oorlogsomstandigheden of andere bedreigingen in dit deel van de wereld hebben moeten ondergaan, worden tegenwoordig, meestal, goed opgevangen en goed begeleid. Daar was na de eerste en direct na de tweede wereldoorlog geen sprake van.
Ten tweede:
Onderzoeken door het SIPRI (Stockholm International Peace Research Institute) geven aan dat het aantal oorlogen tussen nationale staten afneemt, maar zich wijzigen in interne conflicten. Vorig jaar waren er nog op 40 plaatsen in de wereld heftige conflicten.
Ook de Harvard professor, Steven Pinker, geeft na onderzoek aan dat in de periode tussen het ontstaan van de bijbel en heden, we in het meest vredige tijdperk zijn aangeland.
Haast niet te geloven als je het wereldnieuws dagelijks volgt!
Wat zouden we moeten ondernemen om individuen, jong en oud, te leren en tot besef te laten komen dat het voeren van oorlog, tegen onze medemens, onmogelijk zou moeten zijn ? Is dit, eigenlijk, ook niet een oorlog tegen ons zelf?
Opvoeding, voorlichting, en discussie kunnen bijdragen tot beter en meer begrip en voorbeeld gedrag.
De geschiedenis leert me, tot op heden, dat wij mensen kennelijk moord en doodslag nog steeds niet willen afschaffen.
En misschien komt er een tijd dat we beseffen dat oorlogen en wapens de mensheid en ons zelf ten gronde richten. Want moord roept maar steeds weer om vergelding, om weder moord!
De vindingrijkheid kent en kende geen grenzen.
Atoombommen liggen nog steeds te wachten op
gebruik. De drones, eigenlijk hele leuke, onschuldige helikoptertjes, worden nu ook al gebruikt om elkaar af te slachten.
Wanneer komen we werkelijk tot besef dat we allemaal een aandeel hebben oorlogsgeweld onmogelijk te maken?
Ik wens u allen een heel goede Vredesweek in de hoop dat u met mij nadenkt over het geluk dat we hier in vrede leven en hoe dat te behouden.
Om met Pericles te eindigen:
‘Wij beschouwen de discussie niet als een struikelblok voor actie, maar als een noodzakelijke voorwaarde om wijs te handelen.
Wij geloven dat geluk een vrucht is van vrijheid en de vrucht van vrijheid is die van moed.’
Dank u.
De opening werd muzikaal opgeluisterd door de muziekgroep Algerak:
♦♦Stadsdichteres draagt gedichten voor
Stadsgedicht naar aanleiding van de hongerstaking,
vorige week op het Stationsplein in Enschede, waar
aandacht gevraagd werd voor de vervolging van
christenen en yezidi´s in Irak en naar aanleiding van
de onthoofding van de Amerikaanse journalist
James Foley door de terreurbeweging IS (Islamitische Staat )
WAS
Ik geloofde nooit in het kwaad
maar het bestaat.
Het IS.
Het IS
Zorro-zwart,
zonder gezicht, zonder hart.
Het IS
een gezwel, met haat gevuld,
dat hakt met zwaard.
Het hakt,
onthoofdt elk vrij geluid, elk geloof.
Het hakt
een heilstaat van rompen
en
gelooft
dat God dat goed vindt.
Oh God!
Mocht u bestaan,
Verlos ons dan van deze waanzin.
Maak van
IS
WAS.
Stadsgedicht naar aanleiding van het benefietconcert voor
humanitaire hulp aan vluchtelingen binnen Syrië. Juni 2013
Ik was als jij
Ik was als jij. Gewoon blij,
met mijn lief, mijn meiden,
mijn huis, mijn baan,
mijn hectisch bestaan en met –
oké – iets te veel aandacht voor
mijn eigen ego en zo.
Nee, ik wist niet hoeveel ik –
Tot het begon.
Het was warm. We zaten op het dakterras.
Toen vlak boven ons, buiten ons om,
veel te dichtbij, de waanzin begon.
Het gillend gefluit van een steeds groter ding.
Wij keken naar elkaar, één ogenblik,
ik zag de dood-in-grote-ogen-blik.
De glazen trilden. Ik wilde nog zeggen hoeveel ik –
Weg.
in één tel.
Hel.
Dat was twee jaar geleden.
Dat is elke dag weer. Dat ogenblik.
Ik wilde nog zeggen hoeveel ik –
Ik was als jij. Gewoon blij.
Nu ben ik een tas met kleren.
Ik kan niet terug. Ik vlucht steeds weer
voor het gillend gefluit. Dat ogenblik,
ik wilde nog zeggen hoeveel ik –
Ik was als jij. Gewoon blij,
met mijn lief, mijn meiden,
mijn huis, mijn baan.
Ik weet niet of ik zou doneren
voor een foto van een gevluchte vrouw
met grote ogen
en een tas met kleren.
©juni2013 Stadsgedichten-marathonconcert voor Syrië / Regine Hilhorst
Winnares Willem Wilmink gedichtenwedstrijd 2014, Rineke Janssen:
vandaag
vandaag ruim ik de kranten op
en blader door de tijd
veel foto’s en een krantenkop
die door mijn ziel heen snijdt
ik gooi de wereld die me schokt
weg met groeiend ongemak
een wereld vol verschrikking
belandt in de blauwe bak
onder het deksel woedt de strijd
het knalt en rookt en stinkt
vrouwen en kinderen huilen
om mannen die niemand vindt
in de waanzin van geweld telt
het juiste ras en vooral gods woord
door dwazen met veel macht
worden volken uitgemoord
dan kleurt de aarde langzaam rood
men plant een nieuwe vlag
en boven de resten van de stad
rijst weer een nieuwe dag
vandaag leven al die mensen
nog verder in mijn lijf
of ik nu lees, een boodschap doe
of in mijn bed verblijf
of het ooit verandert
het is een bange vraag
ik wil het graag geloven
vooral vandaag
rineke september 2014
een tweede gedicht:
Ik voel mij als de stad
ze haalt hem zachtjes uit zijn slaap
en noemt hem bij zijn naam
geeft hem zijn bril, een kopje thee
de suiker er vast in gedaan
en kijkt hoe hij vanuit dat land
waarin de jaren niet meer tellen
en alles lichter lijkt te zijn
terugkeert in zijn bestaan
hoe voelt u zich vandaag
ze schuift een stoel wat dichterbij
zijn borst gaat langzaam op en neer
wat grijzig haar, een dunne nek
en daarboven zijn gezicht
een landschap met diepe voren
hij kijkt welwillend naar haar op
zoekt langzaam naar zijn woorden
ach kind, wat zal ik zeggen
ik weet het zelf niet goed
soms denk ik, ja weet je wat ik
steeds vaker wel eens denk,
ik voel me als de stad
waarin ik ben geboren
ik ben er kind aan huis geweest
maar raak er nu verloren
het kloppend hart dat is er nog
door bypasses verbonden
maar verder, alles is zo sleets
de gevels vol met scheuren
zo hier en daar gerestaureerd
de school waar ik zoveel heb geleerd
een gebouw met lege plekken
vloeren vergaan en de kranen lekken
het was een fijne stad
en ik een jonge kerel
ik heb er hevig liefgehad
gewerkt, gelachen, ben uitgegaan
ik heb de stad doen slijten
we waren aan elkaar gewaagd
de stad en ik, dat is niet meer
wat zou ik graag nog eens een keer
willen zitten op een bankje
in dat mooie oude park
met een lief en in de zon
en dan kijken naar een kind
dat zich spiegelt in het water
waar ik tegen zeggen kon
dit is jouw stad, op deze plek
ga jij op weg naar later
rineke janssen februari 2014
De wethouder negeerde het referaat dat door een ambtenaar voor hem was opgesteld en sprak voor de vuist weg. Hij memoreerde dat hij eigenlijk weinig wist van de Eerst en Tweede Wereldoorlog. Zijn grootvader heeft er niets over verteld en zijn ouders zijn net na de oorlog geboren. Doch de huidige spanningen in de wereld spreken boekdelen. Hij vond het erg goed dat de jonge studenten hun gedachten over de onderwerpen hebben laten gaan en met bewondering heeft hij naar de prachtige foto’s gekeken. Hij opende met plezier de fototentoonstelling en hoopte dat er veel belangstelling zou zijn.
Drie van de fotografen introduceerden hun foto
Thieza van Dam Jasmijn Noltus Wieger van Dam