Internationale anti-Urenco-activisten ontwikkelen gezamenlijke actie-agenda

Internationale anti-Urenco-activisten ontwikkelen gezamenlijke actie-agenda

Aan de vooravond van de manifestatie bij Urenco ter herdenking van de kernramp bij Tsjernobyl organiseerden stichting Laka en stichting VEDAN een internationale conferentie. Antinucleaire activisten uit Groot-Brittannië, Duitsland en Nederland gaan gezamenlijke campagnes voeren tegen Urenco.

Contacten tussen de groepen uit Capenhurst, Gronau en Almelo – de locaties waar de Europese verrijkingsfabrieken van Urenco staan – werden enkele jaren geleden geïntensiveerd naar aanleiding van de voorgenomen verkoop van dit Brits-Duits-Nederlandse bedrijf. Door informatie uit diverse landen bij elkaar te brengen heeft dit samenwerkingsverband mede geleid tot de opschorting van de verkoopplannen.

Verschillende aandachtspunten

De groep in Capenhurst richt zich tegen de bouw van een fabriek op het terrein van de Engelse Urenco-vestiging waar een bewerking zal plaats vinden die nu nog in het Zuid-Franse Pierrelatte plaatsvindt. We vrezen dat daardoor een groter deel van het afval van Urenco in Capenhurst achterblijft.

De groep in Gronau bracht de levering door Urenco van uranium aan Electrabel ter tafel, de exploitant van de Belgische kerncentrales in Doel en Tihange die de laatste tijd doorlopend in het nieuws zijn vanwege de talloze storingen die zich in deze centrales voordoen. De Duitse overheid heeft al meermalen haar bezorgdheid aan de Belgische regering kenbaar gemaakt, maar tot dusverre zonder resultaat. Volgens de aanwezigen zouden de overheden hun bezorgdheid kracht kunnen bijzetten door de transportvergunningen van het door Urenco geleverde uranium naar de genoemde Belgische kerncentrales op te schorten totdat de Belgische regering adequate maatregelen heeft genomen om niet alleen haar eigen burgers, maar ook die van Duitsland en Nederland voor de gevolgen van een kernongeval te behoeden.

Vanuit Nederland hebben de landelijke stichting Laka en de Twentse stichting Vedan een maand geleden in het kader van het referendum over het Associatieverdrag met Oekraïne aandacht gevraagd voor de paragrafen in dit verdrag die over kernenergie gaan. Ondanks de ramp bij Tsjernobyl is Oekraïne namelijk qua omvang het vierde land in Europa dat afhankelijk is van kernenergie en in het streven naar een grotere energie-onafhankelijkheid van Rusland wil de Oekraïense regering nog meer in kernenergie investeren. Aan de hand van uitlatingen van Urenco-topman Helmut Engelbrecht wezen Laka en Vedan al op de interesse die Urenco toonde voor de vermeende Oekraïense groeimarkt. En juist vandaag, aan de vooravond van de herdenking van de kernramp in de Oekraïense kerncentrale van Tsjernobyl, maakte de Duitse ARD bekend dat de EU de bouw van nieuwe kerncentrales in Oekraïne wil ondersteunen. Saillant detail: de in dit verband genoemde Europese firma is Electrabel en via haar dochteronderneming Synatom zou Urenco inderdaad in beeld zijn als splijtstof-leverancier.

De toekomst van Urenco

Terwijl Urenco op zoek lijkt te zijn naar nieuwe groeimarkten en zichzelf op de borst slaat dat ze, vanwege haar technologische superioriteit, inmiddels 35% van de wereldmarkt heeft veroverd, constateerden de deelnemers dat de keerzijde van het groeiende marktaandeel is dat de vestigingslanden door Urenco worden opgezadeld met een groeiende hoeveelheid verarmd uraniumafval. Elke kilo verrijkt uranium levert negen kilo radioactief afval op dat op de locaties van Capenhurst en Gronau en in het Almelose geval Borssele voor onbeperkte duur moet worden opgeslagen.

De ontmanteling van de Duitse kernenergiesector maakt duidelijk dat als er op enig moment geen inkomsten meer uit deze sector afkomstig zijn, de kosten voor de ontmanteling en opslag afgewenteld dreigen te worden op de belastingbetaler. De les die hier volgens de deelnemers uit getrokken zou moeten is dat er een onafhankelijk ontmantelingsfonds ingericht zou moeten worden vanuit het vermogen van de kernenergie-ondernemingen die jarenlang op kosten van de belastingbetaler hun activiteiten hebben kunnen uitvoeren.

Tijdens de bijeenkomst kwamen de deelnemers tot de conclusie dat de toekomst van Urenco geen rooskleurige kan zijn. Dit vanwege de sterk ingezakte prijs voor uraniumverrijking, het wegvallen van de markten voor Urenco in Japan en Duitsland en de enorme overcapaciteit in de vier Russische verrijkingsfabrieken. Dit laatste heeft al tot gevolg dat Urenco een deel van de door haar te verrijken uranium in Rusland laat verrijken. Stichting Laka heeft tegen de betreffende transporten een procedure bij de Raad van State aangespannen en verwacht binnenkort een uitspraak waarin de afgegeven vergunningen vernietigd zullen worden.