In het licht van……vrede 26 februari 2015

Jodendom in het Licht van Vrede

In de reeks ”In het Licht van …. Vrede” die elke laatste donderdagavond van de maand in de Wonne wordt gehouden was vanavond de Liberale Joodse Gemeente Twente aan de beurt. Volgens de inleider, Bert Oude Engberink, is de gemeente in 1971 opgericht en gebruikt ze de uit 1828 daterende synagoge in Haaksbergen. De gemeente is aangesloten bij het Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom. Het belangrijkste verschil met het Nederlands Israëlisch Kerkgenootschap, waarbij onder andere de orthodox-joodse synagoge in Enschede is aangesloten, is dat mannen en vrouwen in het liberale jodendom gelijk zijn. Mannen en vrouwen zitten niet gescheiden van elkaar in de synagoge en ook vrouwen kunnen rabbijn worden. Sterker nog: de meerderheid van de liberaal-joodse rabbijnen in Nederland is vrouw.

Het jodendom is zeer divers: van uiterst orthodox, zoals we vaak op ons netvlies hebben van in het zwart geklede mannen met grote zwarte hoeden, tot uiterst liberaal. De samenwerking tussen liberale en orthodoxe gemeenten is niet vanzelfsprekend, maar in Enschede wordt in ieder geval jaarlijks de razzia aan het begin van de Tweede Wereldoorlog herdacht. Voor Nederland is dat uniek. Een ander uniek feit is dat de gemeente in Haaksbergen licht groeit. Ze telt nu zo’n 50 leden die overigens over een groot deel van Oost-Nederland verspreid leven. In Haaksbergen neemt de Liberaal-Joodse gemeente ook deel aan het zgn. Anne Frank-project dat al meer dan 25 jaar loopt en waar groep 7 van alle basisscholen in Haaksbergen de kerk, de moskee en de synagoge bezoekt en ook bestaat uit een afsluitende bijeenkomst met de verschillende voorgangers.

Het joodse woord voor vrede is alom bekend: shalom. Het betekent overigens niet alleen vrede, maar ook “heel zijn”, “volledig zijn”, “afgerond zijn” en zelfs “afbetaald zijn” (het verwante woord ‘shalem’ betekent “betalen”). Verder omvat het begrip shalom welzijn en welvaart, niet alleen de afwezigheid van oorlog.

Vrede is een belangrijk ideaal dat echter niet vanzelf in de wereld zal ontstaan. Daarom is er wetgeving nodig, om een zeker vrede tussen mensen en staten te waarborgen. Vrede is volgens de talmoed echter wel het hoogste goed dat nagestreefd dient te worden. Van de trits “Waarheid, Recht en Vrede” is de vrede het belangrijkste en gaat boven de andere. Waarheid en recht mogen dus geschonden worden vanwege de vrede. De vrede is zelfs belangrijker dan God, zo lezen we in Hosea 4:17: “Efraïm dient afgoden. Laat ze maar.” Het is binnen het jodendom ook niet zo dat de hele wereld eerst joods zou moeten worden voordat de wereldvrede gevestigd zou kunnen worden, zoals in sommige christelijke en islamitische kringen wel ten aanzien van hun eigen Godsdienst wordt aangehangen. Joden hebben ook de opdracht om in een stad voor alle armen van de stad te zorgen en niet alleen voor de eigen, joodse armen. Ook dat heeft alles met vrede te maken.

Ondanks dit diepgewortelde verlangen en streven naar vrede is het jodendom volgens Oude Egberink niet pacifistisch. Oorlogvoering wordt in de bijbel toegestaan of zelfs verplicht. Maar wordt daar wel aan regels gebonden zoals in Deuteronomium waar je een stad die je wil veroveren eerst de vrede moet aanbieden (waar “vrede” dan wel “onderwerping” betekent) en waar wordt verboden om bij een belegering de fruitbomen rond de stad te vernielen. Ook worden gronden geformuleerd op basis waarvan mannen niet aan de oorlogvoering hoeven deel te nemen.

In de praktijk wordt door joden in de geschiedenis van de laatste tweeduizend jaar toch vaak voor de weg van geweldloosheid gekozen, maar dat heeft alles te maken met het feit dat men in alle regio’sn waar men woonde een kwetsbare minderheid vormde. Je zou dus van een “praktisch pacifisme” kunnen spreken. Het feit dat veel joden in 1917 actief deelnamen aan de (gewelddadige) Bolsjewistische revolutie in Rusland wordt hen nu, bijna 100 jaar na dato, in Oost-Europa nog steeds nagedragen en verweten. De in Oost-Europa woonachtige joden worden vaak geïdentificeerd met de communisten van destijds.

Het visioen van Jesaja en andere profeten dat zwaarden omgesmeed zullen worden tot ploegscharen is echter een eindtijdverwachting. Met de komst van de Messias zal ook de wereldvrede gevestigd worden. Enkele groepen daargelaten, hoeft volgens de meeste joden echter geen grote wereldoorlog aan de komst van de Messias vooraf te gaan. We kunnen als mensheid via de weg van de geleidelijkheid aan die wereldvrede werken zoals de afgelopen eeuw reusachtige stappen gezet zijn in de richting van het internationaal recht en de Verenigde Naties. De menselijke inspanning is nodig en misschien geeft God aan het eind het laatste zetje. Vrede is een ideale situatie op aarde waar we allemaal aan moeten werken.

Het martelaarschap, tenslotte, is geen joods ideaal. Alleen als je gedwongen wordt te moorden of ontucht te bedrijven kun je ervoor kiezen om dan je eigen leven maar in de waagschaal te zetten. Daar hoorde vroeger ook Godslastering bij, maar ten tijde van de Spaanse Inquisitie kozen veel joden ervoor zich dan maar te laten dopen (in joodse ogen een vorm van Godslastering) om vervolgens als zogenaamd katholiek het land te verlaten en in het toenmalige Ottomaanse Rijk weer voluit de joodse religie te praktiseren. Dat was toen toleranter naar andere religieuze groeperingen dan het toenmalige Europa. Dat wordt wel eens vergeten.