Een kernramp is altijd dichtbij

Een kernramp is altijd dichtbij

Doorgaans vindt in Ahaus elke 3de zondag van de maand een Sonntagsspaziergang plaats tegen het Brennelementzwisschenlager dat in de onmiddellijke nabijheid van deze grensstad is gevestigd, maar met het oog op de herdenking van 30 jaar Tsjernobyl is deze Sonntaggspaziergang dit keer verplaatst naar de vierde zondag van de maand. Vandaag dus.

Precies 92 mensen trotseerden het weer dat gekenmerkt werd door een afwisseling van zonneschijn en hagelbuien. De afdeling Ahaus van de Katholieke Vrouwengemeenschap Duitsland (KFD) had vooraf een herdenkingsdienst in de tijdens de Tweede Wereldoorlog zwaar getroffen Mariënkirche van Ahaus, waarvan de herbouwde versie tevens als anti-oorlogsmonument dient.

Daarna ging de herdenking in de open lucht door met een toespraak van Hartmut Liebermann. Waar de kernramp bij Tsjernobyl een einde maakte aan verdere kernenergieplannen in Nederland, vormde de kernramp bij Fukushima de aanleiding tot de zgn. Ausstieg van Duitsland. Vandaar dat bij de Duitse herdenkingen van Tsjernobyl ook Fukushima wordt genoemd.

Maar de opeenvolging van de rampen bij Tsjernobyl en Fukushima laat ook nog iets anders zien, zo maakte Hartmut Liebermann duidelijk. Voorstanders van kernenergie benadrukken vaak dat de kans op een serieuze kernramp heel klein is. Het zou zich maar eens in de 10.000 jaar voordoen. Of die kans klein genoeg is om als geruststelling te kunnen dienen is één ding. Wat die voorstanders er niet bij zeggen is dat die kans voor elke afzonderlijke kerncentrale geldt. En aangezien er wereldwijd zo’n 400 kerncentrales in bedrijf zijn, moeten we die kans van “eens in de 10.000 jaar” dus delen door 400. Daarmee komen we op een kans van eens in de 25 jaar. Een kans verdeling die op het jaar nauwkeurig werd bevestigd door e opeenvolging van de rampen bij Tsjernobyl en Fukushima: de laatste deed zich immers op anderhalve maand na exact 25 jaar na de eerste voor!

Tsjernobyl-Urenco24-4-16-2
En de gevolgen van kernrampen blijven niet beperkt tot de onmiddellijke omgeving van het ongeval, maar betreffen over het algemeen een groot deel van de wereld of zijn zelfs wereldwijd, zodat het ook echt beter is om te spreken over “eens in de 25 jaar” in plaats van “eens in de 10.000 jaar”.

Statistiek maakt bovendien duidelijk, zo stelde nog steeds Hartmut Liebermann, dat we bij een kans van eens in de 25 jaar niet hoeven te wachten tot die 25 jaar voorbij zijn. Het kan veel eerder en ook een stuk later plaatsvinden. Wat dat betreft mogen we ons echt zorgen maken over de Belgische kerncentrales bij Doel en Tihange die de afgelopen tijd met grote regelmaat in het nieuws zijn vanwege allerlei incidenten. Dan komen de kernrampen, waarvan de gevolgen al op grote afstand merkbaar waren, wel heel dichtbij.

De Duitse regering, zo stelt Hartmut Liebermann, zegt zich voortdurend grote zorgen te maken en deze bezorgdheid ook indringend te delen met de Belgische overheid, maar tot dusverre zonder effect. Volgens de Duitse antikernenergiebeweging hoeft de regering daarmee niet machteloos haar handen ten hemel te heffen, maar staat haar één logische stap te doen om de wereld voor een volgende kernramp te behoeden. De uranium die in Doel en Tihange wordt gebruikt wordt namelijk bij Urenco (Gronau) verrijkt en vervolgens in Lingen tot splijtstofstaven gevormd. Dat maakt duidelijk dat het uitschakelen van de eigen kerncentrales voor zowel Duitsland als Nederland onvoldoende is om de wereld voor een nieuwe kernramp te behoeden en dat dit zelfs een halfslachtige poging is zolang de Urenco-fabrieken het uranium voor 35% van alle kerncentrales wereldwijd blijven verrijken. Tegelijkertijd maakt het duidelijk wat de Duitse (en Nederlandse) regering te doen staat mocht ze een kernramp in België echt willen voorkomen: schort de levering van het uranium cq. de splijtstofstaven op. Dat was een niet-mis-te-verstande oproep vanuit de Tsjernobyl-herdenking in Ahaus.