vrijdag 13 februari 2015
Christenen en moslims in Irak
Dat is in korte streken de afgelopen eeuw. Irak heeft al een veel oudere geschiedenis. Een veel oudere beschaving. Een satellietfoto maakt duidelijk dat het gebied tussen en rondom de Eufraat en de Tigris in het hele Midden-Oosten een vruchtbaar gebied is tussen de bergen van Iran en Anatolië aan de ene kant een de woestijn aan de andere kant. In de loop van vele eeuwen zijn diverse volkeren met hun eigen talen, culturen en religies Irak binnengetrokken en hebben zich daar gevestigd. Irak vormt een mozaïek van uiteenlopende taalkundige, culturele en religieuze minderheden, niet alleen jodendom, christendom en islam, maar Koerden en Arabieren, maar ook nog veel onbekendere minderheden zoals de jezidi’s die afgelopen zomer plotseling ogenschijnlijk uit het niets ten tonele verschenen. De Iraakse bevolking heeft zich in de afgelopen duizenden jaren kunnen bekwamen in vormen van vreedzaam samenleven, die bruut verstoord worden door alle oorlogen die er de afgelopen eeuw zijn gevoerd.
Als persoonlijke gast van de aartsbisschop verbleef Yosé Höhne-Sparborth een groot deel van haar tijd in Irak in het aartsbisschoppelijk paleis in Kirkuk dat op hetzelfde terrein stond als de Chaldeeuwse kathedraal en de school van de kerk. Wat opviel was dat bij diverse bijeenkomst ook moslims aanwezig waren en dat 6 van de 10 leraressen op de school van de kerk moslima’s waren. Christenen en moslims leven in Kirkuk niet gescheiden van elkaar, maar met elkaar.
Tegelijkertijd ziet Mirkis het, net als veel andere kerkelijke leiders, als zijn opdracht om de aanwezigheid van het christendom in en rond Kirkuk zichtbaar te maken, als factor uit het verleden en ook naar de toekomst toe. Juist ook als teken zowel tegen de claim dat het Midden-Oosten moslimgebied zou zijn waar christenen een vreemd element in zouden zijn als tegen het fatalisme binnen de eigen gemeenschap dat er geen toekomst meer is voor het christendom in het Midden-Oosten. Zo vond tijdens Yosé’s verblijf in Kirkuk een expeditie plaats naar de plek waar de restanten liggen van de zgn. Rode Kerk die Mirkis wil laten opgraven. Ze komen dan ook langs de tombe van de profeet Daniël waar een kleine moskee is gebouwd. Als Yosé hoort dat hier vroeger een kerk stond, vraagt ze Mirkis daarnaar. “Dat klopt,” zegt hij, “en daarvoor stond hier een synagoge.” Maar wat hier ook zou staan, ISIS zou het opblazen, omdat het gerelateerd is aan een tombe en dus strijdig is aan hun opvattingen van ‘zuivere islam’. De veerkracht illustreert Yosé aan de hand van een foto van de Syrisch-Katholieke kerk in Kirkuk die in 2010 was opgeblazen door een ISIS-achtige groep maar met vereende krachten weer is opgebouwd en waar in 2014 voor het eerst weer Kerst gevierd kon worden.
En Kerst werd gevierd. Uitbundig, ondanks of misschien wel juist vanwege de ellende van de duizenden vluchtelingen die professorisch waren ondergebracht in (de bijgebouwen van) de verschillende kerken. Natuurlijk het kerkelijke feest, maar ook de Amerikaanse versie met tientallen Kerstmannen, clowns en een groot kinderfeest. Om de ellende even te vergeten en met elkaar plezier te hebben. Bij de kerkelijke Kerstviering was ook de imam van de tegenover de kathedraal gelegen moskee aanwezig en hij was naar verluid onder de indruk geraakt van Mirkis’ oproep tijdens de Kerstviering om te vergeven en verzoenen want de volgende dag, Tweede Kerstdag, klonk tijdens het Vrijdaggebed de oproep van de imam aan zijn gelovigen om te vergeven en te verzoenen.
De vluchtelingen zijn hals-over-kop uit Mosul, Qarakosh of andere plaatsen voor ISIS gevlucht. In blinde paniek. En alles en iedereen vlucht mee: hoogzwangere vrouwen, die tijdens de vlucht of kort na afkomst moeten bevallen, en stervende ouderen, van wie het stervensproces wordt onderbroken door het sterfbed in hun laatst uren of dagen enkele honderden kilometers te verplaatsen. Het vege lijf wordt gered. Verder heeft men niets bij zich. Opgevangen wordt men bij particulieren en bij religieuze instellingen zoals de diverse christelijke kerken en kloosters in Noord-Irak en de Koerdische Autonome Regio.
Bij vluchtelingen kijken we vaak naar degenen die vluchten en te weinig naar degenen die de vluchtelingen opvangen. Een schrijnend voorbeeld is het klooster van de Dominicanessen in Erbil waar 20, veelal oudere, zusters woonden. Op een nacht stonden 60 zusters van een klooster uit Noord-Irak bij hen op de stoep die door ISIS waren verdreven. Ze werden gastvrij opgevangen en in de tuin werden containers gezet om de extra zusters te kunnen huisvesten, maar in de eerste weken na de plotselinge komst van 60 extra zusters gingen 5 van de20 oorspronkelijke zusters dood omdat ze te zeer uit balans waren gebracht. En nog steeds vallen zusters om. In de twee maanden waarin Yosé in Irak was zijn er nog weer drie overleden. Vluchtelingen ontregelen ook de plek van aankomst en vooral degenen die zich hun lot aantrekken en zichzelf wegcijferen.
Yosé noemt nog een voorbeeld van de extra belasting die op deze zusters-hulpverleners aankomt. Een kledingfabriek uit Turkije stuurde een vrachtauto met gloednieuwe klaren naar één van de kloosters die vluchtelingen opvingen. Vier uur lang zijn de zusters bezig geweest om deze nieuwe kleding te sorteren om daarna gericht uit te kunnen delen. Een paar dagen later kwam een container met hulpgoederen van een vereniging van Iraakse migranten in Zweden. Dozen en plastic zakken met van alles door elkaar. Het sorteren van al deze spullen was vrijwel onbegonnen werk en een klooster dat helemaal volgepakt zit met extra zusters en vluchtelingen en waar bijna geen vierkante meter meer vrij is. Yosé verzuchtte tijdens het sorteren dat ze na aankomst in Nederland ten strijde zou trekken tegen dit soort goedbedoelde initiatieven die het werken en leven van de hulpverleners ter plaatse alleen maar zwaarder maken. Eén van de Iraakse zusters zei daarop heel begripvol “maar die arme mensen daar in Zweden willen zo graag helpen; moeten wij hen dat dan verbieden?”. Over jezelf wegcijferen gesproken.
In Erbil heeft Yosé met eigen ogen gezien hoe de eeuwenoude kerkelijke bibliotheek van Qarakosh is gered. Men was tijdig begonnen met het overbrengen van de unieke en onvervangbare boeken naar het veilige Erbil. Anders zou deze culturele schat zeker zijn verbrand door ISIS. Ook de Open Universiteit van Bagdad, die Yousif Thomas Mirkis als pater Dominicaan in 2003 met steun uit onder andere Nederland is begonnen, functioneert nog steeds. Deze Open Universiteit ondersteunt de missie die Mirkis nu ook als aartsbisschop nog steeds het belangrijkste vindt voor Irak: laat je als verschillende bevolkingsgroepen niet uit elkaar spelen, maar blijf juist contact met elkaar zoeken. Waar de afgelopen tien jaar in het voetspoor van de Amerikanen tegenstellingen zijn aangewakkerd, sektarische grenzen met geweld zijn gemarkeerd, blijven religieuze leiders elkaar opzoeken in Irak en proberen uit alle macht verzoening en verdraagzaamheid propageren.
En toen, vlak voordat Yosé weer terug naar Nederland zou afreizen, vond in Parijs de moord op de redactie van Charlie Hebdo plaats. Als één man (m/v) ging het Westen achter Charlie Hebdo staan en riep “Je suis Charlie”. Er werd een culturele strijd gesuggereerd tussen het vrije Westen en een onverdraagzame islam. Een culturele strijd die meteen, buiten ons zicht, doorwerkt naar andere regio’s in de wereld waar de verhoudingen omgekeerd liggen. In Mali waar de strijd een nieuwe impuls kreeg, maar ook in Irak. Daar gingen de christenen de straat op met de leus “Je suis not Charlie”. Met de Arabische N van ‘nasrani’.
Wat het eerste betreft, schaar je je feitelijk aan de zijde van ISIS wanneer je stelt dat zij de ware islam vertegenwoordigen en dat alle andere moslims feitelijk afvalligen zijn. Yosé wijst op een gevangenis in Mosul waarin ISIS alle islamitische geestelijken vasthoudt die weigerden om mee te gaan in de opvattingen van de islam die ISIS huldigt en uit wil dragen. Wil je als christen hier zeggen dat die geestelijken inderdaad niet de ware islam vertegenwoordigen en dat ISIS dat wel doet? Of kom je op voor die moslim-geestelijken die het wèl over verdraagzaamheid en verzoening hebben? ISIS is volgens Yosé een groep criminelen die aangepakt moet worden maar die we vooral niet moeten zien als de vertegenwoordigers van de islam, want dan ga je juist mee in de religieuze strijd die zij willen voeren.
Een andere aanwezige haakt aan bij het verhaal van Yosé over de praktijk van “vluchtelingenopvang in de regio” en dat we in Nederland deze vluchtelingen liever niet zien komen. Familieleden die het afgelopen jaar naar Nederland zijn gevlucht geven aan er een heel dubbel gevoel bij te hebben. Aan de ene kant zijn ze dankbaar voor de opvang die ze hier genieten, het huis dat ze krijgen en de uitkering. Aan de andere kant zien ze dat Nederland als onderdeel van de Westerse coalitie, toen in 2003, maar feitelijk nog steeds, in haar buitenlandpolitiek en militaire missies mede-verantwoordelijk is voor de ellende die zij hebben moeten ontvluchten en die maar door blijft gaan.
Tot slot de vraag hoe “wij” kunnen helpen. Kennelijk niet door containers met zelf ingezamelde hulpgoederen naar Irak te sturen, maar hoe dan wel? Yosé meldt dat in ieder geval in Kirkuk, Erbil en Suleimaniya de officiële hulporganisaties op voldoende schaal aanwezig zijn om te helpen. In Dahuk, in het uitersten noordwesten van Irak, zou het minder goed geregeld zijn, maar Yosé is er zelf niet geweest en kan er dus ook niet goed over vertellen. De beste hulp die organisaties als ABM echter kunnen geven aan de mensen daar is om hier in Nederland nadrukkelijk de stemmen door te laten klinken van de mensen daar en om te benadrukken dat in Irak geen godsdienstoorlog gaande is, maar een oorlog om het bezit van de economische rijkdommen van de regio, met name van de oliereserves.