Toespraak Jan Schaake, Enschede voor Vrede Ostermarsch Gronau 7 april 2023
“Atoms for War and Atoms for Peace”
Precies 70 jaar geleden, in 1953, maakte de Amerikaanse president Eisenhower kort na zijn aantreden dit onderscheid tussen militair en civiel gebruik van nucleaire technologie. Een onderscheid om via het civiele gebruik de hearts and minds te winnen voor een technologie die sinds Hiroshima en Nagasaki vooral met vernietiging werd geassocieerd. En met oorlogvoering buiten de kaders van wat tot dat moment nog als rechtvaardige oorlog werd gezien. Maar die er ook voor diende ook om via de stimulering van het civiele gebruik door andere landen de nucleaire wereldmarkt te domineren.
Tijdens een eerdere Paasmars hier in Gronau heb ik al eens betoogd dat juist Urenco als uraniumverrijker en met haar centrifugetechnologie duidelijk maakt dat het onderscheid tussen Atoms for War and Atoms for Peace, tussen militair en civiel gebruik van nucleaire technologie lang niet zo eenduidig en feitelijk kunstmatig is. Atoms for Peace zijn niet los verkrijgbaar van de Atoms for War.
De oorlog in Oekraïne onderstreept dit nog eens.
In de eerste plaats in Oekraïne zelf waar de grootste kerncentrale op het Europese continent – die van Zaporitza – al twee weken de Russische invasie in Oekraïne na heftige gevechten in Russische handen kwam. Sindsdien is deze kerncentrale het middelpunt van een voortdurende nucleaire veiligheidscrisis. Nog onlangs uitte de International Atomic Energy Agency grote zorgen om deze potentiële kernbom en riep de strijdende partijen op om in ieder geval rond deze centrale een gevechtsvrije zone in te stellen. Tot dusverre zonder resultaat.
Op uitnodiging van de burgerbevolking in de nabijheid van de kerncentrale van Zaporizja wordt deze regio vandaag bezocht door een groep vrijwilligers van World Beyond War die zich de afgelopen maanden bekwaamd hebben in ongewapende civiele bescherming en de mogelijkheden gaan verkennen voor een Zaporizja Protection Project vanuit de internationale burgerbevolking waar staten en internationale organisaties het af laten weten.
De Russische bezetting van Zaporitza is overigens niet enkel een vorm van militaire oorlogvoering, maar ook van economische. Met het afsnijden van Zaportiza heeft Rusland de helft van de nucleaire elektriciteitsvoorziening van Oekraïne uitgeschakeld en daarmee kwart van de totale elektriciteitsvoorziening in Oekraïne.
Wat gebouwd was als een Atoms for Peace project is inmiddels dus een Atoms for War project geworden.
Atoms for Peace zijn niet los verkrijgbaar van Atoms for War.
Twee belangrijke lessen voor ons in Duitsland en Nederland uit deze ontwikkeling liggen voor de hand:
Aan alle veiligheidsrisico’s die altijd al rond kerncentrales werden genoemd – menselijke fouten, een (vliegtuig- of ander) ongeluk of een terroristische aanslag met desastreuze gevolgen – kan nu ook een regelrechte militaire aanval toegevoegd worden. Kennelijk blijven kerncentrales niet buiten schot in een oorlog en fungeren kerncentrales ook niet als afschrikking. Je kunt natuurlijk de aanvallende partij beschuldigen van onverantwoordelijk gedrag, maar hoe verantwoord is het – dit wetende – om dergelijke risicovolle objecten te bouwen en daarmee dus bewust het risico op een dergelijke aanval te lopen? Door een kerncentrale te bouwen geef je een militaire tegenstander feitelijk een kernbom in handen! Want Atoms for Peace zijn niet los verkrijgbaar van Atoms for War.
Maar naast het probleem van een militaire aanval op een kerncentrale maakt Zaporitza ook duidelijk dat met het afgesneden worden van één enkele kerncentrale een belangrijk deel van de totale elektriciteitsvoorziening weg kan vallen. Waar de energie-afhankelijkheid één van de belangrijkste politieke thema’s was na de Russische invasie in Oekraïne, lijkt dat thema nauwelijks een rol te spelen in de discussie over het open houden of zelfs nieuwbouwen van kerncentrales. Nog los van het feit dat 80 jaar na de lancering van het Atoms for Peace project van de Amerikanen om de nucleaire wereldmarkt te domineren, die wereldmarkt inmiddels door Rusland wordt gedominieerd. Atoms for Peace zijn ook nu niet los verkrijgbaar van Atoms for War.
Twee belangrijke lessen dus. Maar in Nederland worden ze in de wind geslagen.
De huidige regering heeft in het coalitie-akkoord vastgelegd dat in deze kabinetsperiode voorbereidingen getroffen zullen worden voor de bouw van twee nieuwe kerncentrales en de Russische invasie in Oekraïne heeft hen alleen maar bevestigd op deze dwaalweg. Vorige week nog werden kritische Kamervragen van de linkse oppositie over risico’s bij de kerncentrale zelf en rond de aanvoer van uranium door de regering beantwoord met een “niets aan de hand” of met een “dat zal nog moeten blijken”. Opmerkelijk is dat in die beantwoording de aanwezigheid van het Brits-Nederlands-Duitse Urenco-concern als belangrijke speler op de uraniummarkt een heel belangrijke rol blijkt te spelen in de geruststelling van de Kamerleden èn in de kennelijke voorkeur voor kernenergie.
Dat brengt ons tot een andere fameuze uitspraak van president Eisenhower. Dit keer niet bij zijn aantreden maar acht jaar later in 1961 bij zijn afscheid als president van de Verenigde Staten. Wijzer geworden waarschuwde hij toen voor de macht van het militair-industrieel-complex, waartoe – hoe je het ook wendt of keert – ook Urenco behoort met haar in Almelo gevestigde dochteronderneming Aeronamic dat onderdelen produceert voor gevechtsvliegtuigen.
Atoms for Peace zijn niet los verkrijgbaar van Atoms for War.