Verslagen Vredesweek 2015

logo Vrede verbindt van Munnik

Opening Vredesweek 2015 in de Vredesambassade, Noorderhagen 25 te Enschede

Vrede als bindmiddel

In een overvolle Wintertuin van De Wonne – ook dit jaar weer de Ambassade van Vrede in Enschede, werd vanmiddag de Vredesweek geopend. Het thema “Vrede Verbindt” werd begin dit jaar naar aanleiding van de aanslagen in Parijs vastgesteld en blijkt negen maanden later nog steeds actueel te zijn.

En als verbinding is vrede essentieel, aldus Vredesambassadeur Seçil Arda in haar openingstoespraak, die ze begint met de woorden van Voltaire: “Vrede is niet alles, maar zonder vrede is alles niets”.

Vrede is een universele waarde, zo stelt Arda, en vrede verbindt inderdaad. Je hebt immers een ander nodig om vrede mee te sluiten, om in vrede mee te leven. Die ander is soms dichtbij, soms ver weg. Maar omdat alles met elkaar verbonden is, komen conflicten die elders worden uitgevochten vroeger of later vanzelf ook dichter bij ons. Dat is niet te voorkomen. Sommigen proberen het toch op afstand te houden en polariseren waardoor ze het conflict zelfs nog verder uitvergroten; anderen zoeken juist een verbinding en kiezen de dialoog.

Het is zo gemakkelijk te denken dat het geweld zich vooral in Syrië afspeelt en een land als IJsland een oase van rust en vrede is. Maar laten we niet vergeten dat veel van de oorlogen elders door economische belangen en wapens van de in vrede ondergedompelde landen worden gevoed. Zo mag een ogenschijnlijk vreedzaam land als Zwitserland voor een belangrijk deel verantwoordelijk gehouden worden voor de verspreiding van “kleine wapens” waar wereldwijd juist de meest bloedige oorlogen mee worden uitgevochten.

“Dat is goed voor onze economie,” wordt dan gedacht. En voor sommige bedrijven, sectoren en landen is dat ook erg lucratief, maar voor de totale wereldeconomie zijn oorlogen en wapenhandel alleen maar slecht. Arda haalt in dit verband de apostel Paulus aan waar deze schrijft “soms begrijpen we niet hoe wedijverend de menselijke natuur is. Deze is trots, denkt dat hij moet winnen, vrijgepleit moet worden en indien mogelijk boven anderen verheven moet zijn. Deze houdingen stichten geen vrede. In plaats van het najagen van de dingen die twist veroorzaken, moeten we de dingen najagen die vrede stichten.”

Een bijbeltekst die haaks staat op de breed ingang gevonden opvatting dat religie vooral oproept tot geweld. Ja, er is sektarisch geweld, maar laten we niet vergeten dat, aldus Arda, dat religie veelal niet de oorzaak van dat geweld is, maar de huidige onrechtvaardige economische wereldorde, die de deelname van mensen aan de besluitvorming beperkt, lak heeft aan sociaal-economische gerechtigheid en schadelijk is voor onze natuurlijke leefomgeving. Sektarisch geweld wordt gevoed vanuit een verdeel-en-heers-politiek om de aandacht van deze grondoorzaken af te leiden.

Het is aan de vredesbeweging om dit mechanisme bloot te leggen en om haar inzet voor vrede en tegen wapenhandel te verbinden aan de strijd tegen sociaal-economische uitbuiting, de roofbouw op onze natuur en tal van andere zaken die de huidige en toekomstige conflicten (zullen) voeden. Tegenover de verdeeldheid moeten wij de verbinding stellen, aldus Arda.

Waarna ze, in de lijn van haar toespraak, niet in haar eentje, maar met een leerling van De Globe, de openingshandeling verricht door de VREDE-vlag te ontrollen …

… die echter, net als twee jaar geleden, halverweg blijft steken …

… en met vereende krachten langzaam maar zeker verder ontrold wordt. Symbolisch voor de vaak moeizaam verlopende en soms vastzittende vredesprocessen.

Ondertussen laten de ouders en de kinderen van De Globe, in beeld, geluid en dans, zien dat de wereld centraal staat op deze school waar kinderen uit alle windrichtingen (kinderen van vluchtelingen, maar ook van andere migranten of gerepatrieerden) vooral qua taal worden voorbereid op het reguliere Nederlandstalige onderwijs.

Iedereen is verbonden met die ene wereld, zo zingen ze, en als we ons in vrede verbinden aan elkaar en aan die wereld, dan moet dat ook goed kunnen gaan.

Na een eerste muzikale optreden van de klezmerbandp Kozmosz, volgt de presentatie van de tweede schoolklas.

Schijn bedriegt. Dit zijn geen kinderen van een islamitische school die hun gebeden uitvoeren, maar kinderen van een openbare basisschool die deelnemen aan het Humanistisch VormingsOnderwijs en de requisieten voor hun optreden klaarleggen.

Vervolgens wordt een prachtig spel opgevoerd dat begint (vanaf de Vredesmuur die ook hier stond opgesteld) met een hele reeks vraagtekens bij de woorden “vrede” en “verbondenheid” …

… en dat eindigt met een recept voor de vrede waar elk kind een ingrediënt voor in huis heeft. Hierbij de volledige tekst:

Vrede,… Gabriel
Wat is vrede eigenlijk? Anouk
Hoe ziet dat eruit? Noa
Is er een recept voor vrede? Chloë
Kan ik zelf meewerken aan vrede? Marc Florian

Verbondenheid… Teun
Wat is verbondenheid dan eigenlijk? Jim
Hang ik dan aan iemand vast? Joris
Vastgebonden met een touw? Floortje
Voel ik me verbonden met anderen? Of juist niet? Anne Noortje

Vrede verbindt,… Linde Shayla
wat zou daar dan mee bedoeld worden? Merle
Verbindt vrede? Lisanne
Voel je je verbonden met vrede? Of juist niet Saar

Wij, de hvo leerlingen van obs het Wooldrik hebben over dit soort vragen nagedacht en denken er nog steeds over na. Hvo staat voor humanistisch vormingsonderwijs en dat wordt elke week bij ons op school gegeven. Samen met de hvo juf gaan we op zoek naar een antwoord op al deze en andere vragen, vragen en nog eens vragen.
Maar er is niet zomaar 1 juist antwoord op te geven op al die vragen. En dat maakt het nu net zo boeiend. Iedereen denkt er anders over en dat mag.
Vandaag laten we jullie een kijkje nemen in ons denk en werkproces over vrede.

Wat is vrede eigenlijk? Gabriel
Voor de één is vrede liefde… Anouk
of geluk. Noa Chloë
Voor de ander is het fijn met elkaar leven en voor elkaar opkomen. De ander denkt bij vrede aan gezelligheid, aan een fijne en warme sfeer. of aan het woordje rust en vriendschap. Marc Florian, Teun, Jim, Joris
Of aan respect hebben voor elkaar. Floortje
Iemand schrijft dat voor hem vrede Jezus is, of God of de hemel of zelfs Boeddha Anne Noortje
Een ander denkt aan het woordje gelijkheid… Linde
Of vrijheid. Shayla
Sommigen denken bij het woordje vrede meteen aan geen oorlog en geen geweld en veiligheid… Saar Lisanne Merle
Heel veel verschillende antwoorden maar over 1 ding zijn we het eens… vrede voelt als iets positiefs en moois…

 

DSC_0068

 

Bestaat er eigenlijk een recept voor vrede vroegen we ons af? Gabriel
Welke ingrediënten hebben we zeker nodig voor vrede? Anouk

We kwamen tot het volgende recept:
5 eetlepels respect Noa
Een vleugje aardig doen Chloë
Een snufje vriendschap Marc Florian
500 gr liefde Teun
Een theelepeltje meewerkende mensen Jim
Goed roeren nog wat
blijdschap Joris
én poedersuiker eraan toevoegen en klaar!!!! Floortje

Een ander anti-oorlogdrankje bestaat uit Anne noortje
scheutje liefde, Linde
vrijheid en blijheid. Shayla
Schepje geluk erbij… Merle
in de blender mixen, versieren met een dotje humor.

Nog een ander heeft de wens om hartenkoekjes te bakken en als iedereen zo’n koekje eet is het vrede… Lisanne
en dat sluit dan weer aan bij degene die als recept heel duidelijk en kort is… recept voor vrede? Een goed hart. Saar

 

DSC_0070En wat is verbondenheid? Gabriel
Wat is dat? Hoe ziet dat eruit?
wat verstaan we daaronder? zijn we verbonden met elkaar?
Als je hand in hand loopt ja dan wel… en door in dezelfde klas te zitten zijn we natuurlijk ook verbonden. Elke dag opnieuw komen we elkaar tegen en leven we een hele dag samen. Je maakt vrienden, vriendinnen… en liefst hoort ook iedereen erbij. En mag die zichzelf zijn. Helemaal zoals hij of zij is.

Als we dus nu vrede Gabriel
en Anouk
verbondenheid Noa
aan elkaar plakken komen we bij Chloë
het thema van deze vredesweek… Vrede Verbindt… Marc Florian Teun
Hoe kunnen we jullie nu duidelijk maken wat we dááronder verstaan? En hoe we dat uitgebeeld hebben…
Wel dames en heren… denk even aan een steen… een willekeurige steen…
Jim Joris
geen twee stenen zijn helemaal hetzelfde.. de één is wat groter dan de ander,… de ander is wat smaller of langer dan de één…
en net zoals er verschillen bestaan tussen deze stenen, bestaan er verschillen tussen mensen. De één is gevoelig, de ander optimistisch,… een ander is graag creatief bezig en nog een ander houdt van de rust en de stilte

Elke steen staat dus voor een leerling. En elke leerling heeft dan ook zijn eigen persoonlijk steentje gemaakt.

De één schreef er vrede op omdat dat voor haar belangrijk is Floortje
De ander heeft veel kleurtjes gebruikt en maakte haar steen heel druk want zelf is ze ook wel een beetje druk. Anne Noortje
Nog een ander is gek van minions en maakte er een minion van. Linde
Iemand schreef haar naam erop want die hoort bij haar Shayla
Een ander schreef love want er is niks belangrijker dan liefde en er was zelfs een oma die haar steentje wou bijdragen en ook een steentje schilderde Merle
Iemand voelt zich thuis het fijnst en schreef home Lisanne
En Saar die tekende er een peaceteken op want daar draait het allemaal om
Saar

Allemaal zijn ze uniek en verschillend.
En voor al deze verschillen er is ook plaats en ruimte.

Waar staat de steen nog voor?
Ieder van ons is ergens goed in… blinkt ergens in uit,…heeft ergens talent voor… is ergens een KEI in!!!

Iedereen hoort erbij! En we hebben ook iedereen samen nodig om er wat leuks van te maken in onze klas… iedereen heeft een steentje bij te dragen…
Joris gaat met pot rond en leerlingen leggen steentjes erin

Door een steentje mee te brengen, en te personaliseren,… zeggen wij… ja! ik ben ergens goed in, ja! ik ben een kei, ja! ik hoor erbij en ja ik draag mijn steentje bij…
Ja ik wil er samen voor gaan,.. voor dat ding dat vrede heet en dat mooi en positief iets…

Daar zijn we bij ons op school nog volop mee bezig… samen,… per groep,… maar ook met alle hvo leerlingen samen,… samen denken we na over hoe we dit jaar met elkaar omgaan, welke afspraken we nodig hebben om het fijn te hebben in de groep,…
Elke groep zal ook nog met z’n steentjes een groepsmascotte bedenken….samen…

Kortom,…Samen denken we over vrede en onderzoeken we hoe we zelf ons steentje kunnen bijdragen want….
Vrede verbindt!!!!

Die ingrediënten – ook wel “talenten” genoemd – worden verzameld in een grote pot en daar zal deze groep basisschoolleerlingen het voor hen liggende schooljaar nog vaak mee aan de slag gaan.

Foto -expositie ROC expositie

Het is voor het derde jaar dat met werk van studenten aan de mediaopleiding van het ROC Twente een fototentoonstelling wordt ingericht in het kader van de Vredesweek. De fototentoonstelling is een onderdeel van de opleiding in mediatechniek en in het bijzonder fotografie. Als onderwerp is het thema van de Vredesweek meege-geven: “Vrede Verbindt”. De studenten hebben de (vrije) opdracht gekregen om hier creatief mee om te gaan om het in beeld te brengen. Het is de moeite waard om het resultaat te bekijken en met een video-installatie zal het werk ook door de studenten worden toegelicht.

   DSC_0085   De wethouder, de heer Eelco Eerenberg opende de tentoonstelling met een sprankelende  toespraak. Hierbij een beknopte weergave:

Het thema voor dit jaar is: Vrede verbindt. Een mooi thema dat ik zelf iets anders zou willen interpreteren namelijk, ‘Vrede: verbind!’ Daarmee bedoel ik dat als we vrede willen, we onze eigen belangen gelijk moeten stellen aan de belangen van anderen. Alleen dan kunnen we individuen, maar ook groepen mensen met elkaar verbinden. Op dit moment is de vluchtelingendiscussie actueel in Europa en ook in Enschede. Voor sommige mensen is dat een lastig onderwerp, maar juist met hen moeten we de verbinding zoeken. Hen niet per definitie wegzetten als xenofoob of racistisch. De samenleving laat zich kennen in de mate waarin we empathie en begrip voor elkaar tonen.
Van alle prachtige foto’s sprak één foto me daarom in het bijzonder aan: die van de zee met daarop het universele vredessymbool geprojecteerd. Water verbindt; het verbindt landen, steden, huizen. Het is overal om ons heen. Als we elkaar leren begrijpen, kunnen wij ook die verbinding maken!

Daarna werd door een student een inleidend praatje gehouden over de opleiding, haar verbondenheid met fotografie en waarin zij aangaf dat haar keuze te maken had met mens en dier:DSC_0090DSC_0014-001

Hier volgen nog enkele foto’s. Voor de totale fototentoonstelling, zie tab foto’s.

DSC_0011-001                                              DSC_0008-001

 

i.s.m. de opleiding mediatechniek van het ROC Twente

–  –  –  –  –  –  –  –  –  –

zondag 20 september 2015
10.15-13.00 uur
Remonstrantse Kerk
Woltersweg 11, Hengelo

Themaviering over Palestina

met dr. Riet Bons Storm, emerita hoogleraar pastoraar en vrouwenstudies, die een aantal keren Palestina en Israel bezocht en daarover o.a. het boekje “Vertel onze verhalen verder. Ontmoetingen met joodse en Palestijnse vrouwen” liet verschijnen.
In het kader van deze themaviering zal in hetzelfde kerkgebouw op woensdagochtend 16 september vanaf 10.00 uur en donderdagavond 17 september vanaf 19.30 uur de film “The Stones Cry Out” vertoond worden over de situatie van Palestijnse christenen.

i.s.m. Werkgroep Duurzame Samenleving van de Remonstrantse en Doopsgezinde Gemeenten in Twente

 

–  –  –  –  –  –  –  –  –  –

zondag 20 september 2015
10.00-17.00 uur
Abraham Ledeboerpark
Hengelosestraat, Enschede

Twentse Landdag

Om de drie jaar vindt in het Abraham Ledeboerpark de Twentse Landdag plaats met het doel om een ontmoeting tot stand te brengen tussen de stad en het platteland. Om kennis te maken met wat het leven in de stad en op het platteland zoal voort kunnen brengen en hoe ze elkaar kunnen verrijken.
De verbinding die hier gelegd wordt past uitstekend binnen het Vredesweekprogramma en Enschede voor Vrede staat hier met een stand om ook een verbinding te leggen met vrede en sociale cohesie. Dichtbij, met de Vredesmuur, en ver weg met aandacht voor het vrouwencentrum Nahid in Afghanistan.

In de veelkleurigheid verbinden of scheiden?

Eens in de drie jaar vindt in het Abraham Ledeboerpark op de grens van de stedelijke bebouwing van Enschede en het omringende couliezenlandschap, de Twentse Landdag plaats. Een ontmoeting tussen stad en platteland.

Daar kan zomaar achter een schaapskunde de kraam van Enschede voor Vrede opduiken…

… waar in een kleurrijk palet wordt benadrukt dat Vrede verbindt, terwijl tien meter verderop Twente Milieu met het kleurenpalet juist tot scheiding oproept:

–  –  –  –  –  –  –  –  –  –

maandag 21 september 2015
19.30-21.30 uur
Ontmoetingkerk
Joh. Wagenaarstraat 6, Enschede

Viering Internationale  Dag van de Vrede

De Viering is nu per video ter bekijken via: https://youtu.be/hHVolgfHRlM

Met Alexander Rinnooy Kan als hoofdspreker en verder presentaties van een collageproject van Enschedese basisscholen, een Vredesmuur die voor en na de viering op diverse plekken in Enschede zal staan om vredeswensen te verzamelen en de website “Pak het Op” waar ideeën en praktische handen voor een betere wereld bij elkaar kunnen worden gebracht. Verder zang van diverse koren en na afloop een uitgebreide mogelijkheid om andere bezoekers te ontmoeten en met elkaar te kijken naar mogelijkheden om je in Enschede met vrede te verbinden. Voor meer informatie: http://www.wereldvredesvlamtwente.nl/2015/06/viering-voor-vrede-van-dromen-naar-doen.html
i.s.m. Raad voor Levensbeschouwingen en Religies Enschede en Wereldvredesvlam Twente

Aan vrede werken via ontmoeting

Vandaag, op de Internationale Dag van de Vrede, werd in de één dag eerder geopende Ontmoetingskerk, door Enschede voor Vrede, de Raad voor Levensbeschouwingen en Religies en de Wereldvredesvlam Twente een viering van deze internationale vredesdag gehouden onder het Vredesweekthema “Vrede Verbindt”.

De Ontmoetingskerk is niet echt een nieuwe kerk, maar de “vernieuwbouwde” voormalige Vredeskerk. Bij een “vernieuwbouwde” kerk hoort ook een nieuwe naam, zo meende de Protestantse gemeente Enschede, en daarbij kwam de naam “Ontmoetingskerk” bovendrijven als hedendaagse, handen-uit-de-mouwen invulling van het woord “vrede” dat bij de bouw van de Vredeskerk, in 1954 en dus negen jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog, een concreet verlangen was.

Het thema “Vrede Verbindt” verbindt op zichzelf de oude en de nieuwe naam – vrede en ontmoeting – met elkaar en zowel buiten – bij de oude kerkmuren – als binnen – in de nieuwe ontmoetingsruimte – hing de VREDEsvlag waarop het woord “vrede” centraal staat in de veelkleurige diversiteit.

De wereldvredesvlam werd binnengebracht door leden van de Bleekkerk in Almelo die vanuit deze stad met de vlam naar Enschede waren gelopen.

Leerlingen van zes klassen van vier verschillende Enschedese scholen hadden een collage gemaakt van onderling verbonden schilderijen die bevestigd aan de tafel met de kaarsen van de Wereldvredesvlam en aan het orgelbalkon in de kerk werden gepresenteerd.

De verschillende onderdelen van het gevarieerde programma werden verbonden door zeer gewaardeerde optredens van “De Reisgenoten” (hieronder tijdens de sound-check).

De hoofdspreker, Alexander Rinnooy Kan, begon zijn inleiding bij hetzelfde naoorlogse verlangen naar vrede als waarnaar de vorige naam van de kerk verwees. De volgeschreven dagboekjes van zijn vader toen deze tijdens de Tweede Wereldoorlog ondergedoken zat in het Groningse haren en in de april- en eerste dagen van mei alle geruchten van het oprukken van de geallieerden neerkrabbelde. Onder de laatste datumnotitie in het dagboek, “5 mei 1945”, stond slechts één woord: “vrij”.

Volgens Rinnooy Kan kan moeilijk onderschat worden hoe belangrijk de bevrijding van angst en van rechteloosheid is. Alleen zonder die angst kun je ’s avonds vredig naar bed gaan en op zoek gaan naar vrede en harmonie in je eigen omgeving.

Net als de Enschedese Ambassadeur van de Vrede, Seçil Arda, twee dagen eerder verwees ook hij naar de Global Peace Index waarop de landen niet uitsluitend naar de mate van oorlogsgeweld waren gerubriceerd. Zo staat Mexico ook zeer laag op deze index genoteerd vanwege de daar woedende extreem gewelddadige drugsoorlog die jaarlijks meer slachtoffers kost dan de oorlogen in Algerije, Irak en Afghanistan bij elkaar (althans, in 2013).

Volgens Rinnooy Kan is vrede een situatie die het waard is om bevochten te worden. Dat doen onze militairen, volgens hem, maar ook zelf kunnen wij er een bijdrage aan leveren door ons wereldwijd maar ook in onze eigen omgeving in te zetten voor democratie (zodat iedere stem en iedere mening mee kan tellen), voor sociale rechtvaardigheid (vooral een strijd tegen de door de globalisering toenemende economische ongelijkheid, wereldwijd en binnen onze eigen samenleving) en voor duurzame ontwikkeling (en dus tegen de roofbouw die we op onze aarde, onze leefomgeving maar ook onze bestaansmiddelen aan het plegen zijn).

Aansluitend op deze oproep om onszelf ook in te zetten voor de vrede werd het vanuit de voorbereidingsgroep ontwikkelde project Pakhetop! gepresenteerd: een online vredeswerkplaats voor een betere wereld.

–  –  –  –  –  –  –  –  –  –

dinsdag 22 september 2015
19.30-21.30 uur
Vrijhof, UT-terrein
tussen Enschede en Hengelo

Technologie en  sociale cohesie

Dat techniek ingezet wordt om oorlog te voeren, zien we dagelijks op tv. Maar kun je techniek ook gebruiken om vrede te bewaren? Is het mogelijk om door middel van een technisch ontwerp de sociale cohesie te versterken, zodat nieuwe conflicten en oorlogen voorkomen worden? UT-student Randy Kommerkamp doet verslag van een onderwijsproject het Twekkelerveld;  omdat Michael Warren van Pax verhinderd was, heeft Pax op heel korte termijn Wim Zwijnenburg één dag voor dit symposium bereid gevonden om een verhaal te houden over technologie en vrede.UT-hoogleraar Peter-Paul Verbeek reflecteert op de inzet van techniek om tot vreedzamer gedrag en samenleven te komen.

i.s.m. Studium Generale en Wetenschapswinkel Universiteit Twente

Vredestechniek richt zich op verbinding tussen mensen

Na drie Vredesweeksymposia aan de Universiteit Twente georganiseerd door de Wetenschapswinkel en Enschede voor Vrede vond vanavond het eerste Vredesweeksymposium plaats van hopelijk een nieuwe reeks die mede wordt georganiseerd door het bureau Studium Generale. De aldus tot stand gekomen verbinding tussen de Vredesweekactiviteiten en het reguliere Studium-Generale-programma leverde meteen al een goed gevulde zaal op met een qua leeftijden zeer gevarieerd publiek.

Studium-Generale-coördinator Peter Timmerman begon bij de introductie van thema met de tegenstelling van het Vredesweekthema “Vrede Verbindt”: “Oorlog Scheidt”. Tegelijkertijd kost het ons weinig moeite om oorlogvoering met technologie te verbinden. In de loop der eeuwen zijn de meest geavanceerde wapensystemen ontwikkeld met de atoombom als (voorlopig?) hoogte-, of liever: dieptepunt. Maar hoe zit het eigenlijk met de verbinding tussen vrede en technologie? Bestaat er ook technologie om vrede te bevorderen? Dat is de zoektocht die deze avond een aanvang zou nemen en die dicht bij huis kan beginnen: in de tegenover de Universiteit Twente gelegen Enschedese woonwijk Twekkelerveld.

 

Twekkelerveld

Het afgelopen voorjaar liep bij de opleiding Industrieel Ontwerpen namelijk voor het eerst het vak “Social Cohesion Design”. In eerste instantie als proef, die op dit moment wordt geëvalueerd waarna de opleiding zal besluiten om het vak al dan niet in het reguliere aanbod op te nemen, zo vertelde Randy Kommerkamp die het vak het afgelopen jaar als student-assistent coördineerde.

Het basisidee achter het “ontwerpen van sociale cohesie” ligt op het Spaanse platteland. Daar concentreerde het sociale leven in de dorpen zich tot ver in de tweede helft van de vorige eeuw rond de waterput waar met name vrouwen elkaar ontmoeten bij het water halen of het doen van de was en de dorpsnieuwtjes uitwisselden. Toen ook in deze dorpjes waterleiding werd aangelegd hoefde niemand meer naar de put te lopen en werd de was gewoon binnenshuis gedaan. Maar daardoor verdwenen ook de dagelijkse sociale contacten die belangrijk zijn voor het samen leven.

Deze constatering vormde de aanleiding tot “Community Integrated Product Systems”, door Randy uitgelegd als “de stimulering van sociale cohesie binnen een verband van mensen door middel van een product systeem”. Het idee is dat je bij het ontwerpen van een stuk technologie dat dicht bij het gebruik door meerdere mensen ligt ook dat gezamenlijke gebruik betrekt en ervoor zorgt dat de technologie niet vervreemdend werkt maar juist de sociale contacten laat toenemen.

 

Dat is dus de basis van het vak “Social Cohesion Design”. Het is een projectvak waarin een onderwijsinstelling (in dit geval de Universiteit Twente) samenwerkt met “de maatschappij” (in dit geval vertegenwoordigd door de gemeente Enschede, de wijkraad Twekkelerveld, de woningbouwstichting Domijn, de zorginstelling Livio en het maatschappelijk activeringswerk POWER) en met “het bedrijfsleven” (in dit geval een tiental bedrijven die uiteenlopende producten op de markt brengen voor de inrichting en het onderhoud van de openbare ruimte).

In het kader van het vak werden tien groepjes van drie of vier studenten gevormd die aan de tien bedrijven werden gekoppeld om in samenspraak met “hun” bedrijf en met de maatschappelijk partners in het Twekkelerveld tot een ontwerp moesten komen van iets dat in de openbare ruimte kon komen te staan en dat de sociale cohesie zou kunnen bevorderen. Het leidde tot een tiental ontwerpen die vlak vóór de zomer werden gepresenteerd tijdens een afsluitende bijeenkomst van het vak waarbij ook vertegenwoordigers van bewoners en de maatschappelijke organisaties in de wijk waren uitgenodigd die hun voorkeur uit mochten spreken voor één van de tien ontwerpen. Die varieerden van speeltoestellen, een parcours dat zowel voor testritjes met scootmobiels als door mountainbikers kon worden gebruikt, via een fietstaxi en mobiele marktkraampjes tot prullenbakken waar muziek uit kwam of die een wijkcompetitie in het scheiden van afval ondersteunden.

De organisatoren van dit symposium hadden een andere voorkeur dan de wijkbewoners en hadden de ontwerpers van de “BiedBox” gevraagd om hun ontwerp te presenteren. De BiedBox is een tot een etalage omgevormde zeecontainer waar buurtbewoners overtollige spulletjes via een veilingsysteem aan andere buurtbewoners kunnen verkopen. Achterliggend idee is dat “Marktplaats” erg onpersoonlijk is en koper en verkoper van elkaar laat vervreemden. Met een fysieke veilingplek in de buurt kun je die overdracht persoonlijker maken. Er wonen veel ouderen in de wijk Twekkelerveld die graag van spullen af willen en, vanwege de nabijheid van de Universiteit Twente, ook veel studenten die juist heel graag tweedehands spullen willen kopen. Die spullen hebben echter allemaal een verhaal en anders hun eigenaren wel. Daarom biedt de BiedBox ook de mogelijkheid (of eigenlijk: de verplichting) om bij het aanbieden van een artikel ook een filmpje mee te leveren waarop dat verhaal verteld wordt. Die filmpjes kunnen in de BiedBox bekeken worden zodat het buurtbewoners elkeer beter leren kennen via de verhalen over de spullen die zij te koop aanbieden.

 

 

Nog een andere manier om het sociale contact tussen koper en verkoper te stimuleren is om naast een prijs in geld ook een prijs in dienstverlening mogelijk te maken. Een bejaarde buurtbewoner die zijn eigen gras niet meer kan maaien, kan zijn grasmaaier te koop zetten maar heeft niets aan die paar tientjes die dat oplevert. Maar als de jongere wijkbewoner die een goedkope grasmaaier zoekt in plaats van een paar tientjes bijvoorbeeld een half jaar het gras komt maaien, dan stimuleert ook dat weer het sociale contact.

Desgevraagd vanuit de zaal deelt Randy Kommerkamp mee dat op dit moment ook met de bedrijven wordt gesproken over realisatie van het ontworpen product en dat de BiedBox één van de projecten is die kans loopt daadwerkelijk uitgevoerd te worden.

Drones

 

In het programmaboekje stond PAX-medewerker Michael Warren aangekondigd om iets te vertellen over het Peace Park dat aangelegd is op de brug in Mitrovica die de in het noorden van deze Kosovaarse stad levende Serviërs verbindt of juist scheidt van de in het zuiden van de stad levende Albanezen. Helaas bleek Michael Warren uiteindelijk verhinderd en was zijn college Wim Zwijnenburg één dag voor dit symposium bereid gevonden om een verhaal te houden over technologie en vrede.

Binnen PAX houdt Wim zich vooral bezig met drones. In feite was hij de vorige Vredesweek ook door de Wetenschapswinkel en Enschede voor Vrede uitgenodigd voor hetsymposium dat toen over “de twee gezichten van drones” werd georganiseerd, maar toen was hij verhinderd. Drones, zo is zijn gebruikelijke verhaal, worden als oorlogswapens ingezet om buitenrechtelijke executies van vermeende terroristen te verrichten en waarbij heel veel burgerslachtoffers gemaakt worden. De Verenigde Staten, die deze wapensystemen vooral inzetten in Jemen maar ook in Afghanistan en andere oorlogsgebieden, weigeren opening van zaken te geven en enige controle toe te laten op de executies die zij met deze wapensystemen verrichten.

In de lijn van “de twee gezichten van drones” vroeg Wim zich bij de voorbereiding van het onderhavige symposium over vrede door techniek af of je drone rond de oorlogvoering ook voor nuttige en vreedzame doelstellingen zou kunnen toepassen. Je zou natuurlijk kunnen denken aan het uitvoeren van reddingsoperaties voor door de oorlogshandelingen in de verdrukking geraakte burgers: hulpgoederen naar de van de buitenwereld afgesneden burgerbevolking brengen maar ook het opsporen van die afgesneden burgerbevolking in vaak afgelegen en ontoegankelijke gebieden. Ook kun je met een drone de verwoestingen die in het oorlogsgebied zijn aangericht in beeld brengen. Er zijn filmpjes met drones gemaakt die in 2014 door verwoeste delen van Gaza en later ook van Kobani vlogen. Die bewegende beelden zijn veel indrukwekkender dan de statische beelden die persfotografen of uitgeweken vluchtelingen maken en hebben dus een grotere impact op de oordeelsvorming van de internationale gemeenschap.

Het bovenstaande (in kaart brengen van vluchtelingen, hulp bieden aan vluchtelingen en maken van beelden) is ook wel de toepassing waarvoor de vluchtelingen- en hulporganisaties van de Verenigde Naties drones hebben aangeschaft. Toch kleeft hieraan wel een probleem. De verzamelde gegevens kun je namelijk voor verschillende doeleinden gebruiken (zo bleek overigens ook al tijdens het symposium vorig jaar). Je kunt de locatie-gegevens waar de vluchtelingen zich bevinden gebruiken om hulp te bieden of om hen daar met wapensystemen weer te verdrijven. Dat zijn vooral vragen die, vaak nog net even subtieler, daadwerkelijk spelen bij de inzet van drones door de VN in West-Afrika waar gegevens worden uitgewisseld met de Fransen die daar vooral militair aanwezig zijn.

Een toepassing waar PAX zelf mee bezig is, geldt Syrië. De almaar doorgaande bombardementen verwoesten niet alleen huizen en antieke gebouwen maar ook industriële complexen en oliebronnen met enorme milieuschade als gevolg. Nu klinkt het in eerste instantie wat geitenwollensokkerig om je in de tragische omstandigheden met “het milieu” bezig te houden, maar de acute besmetting van de omgeving en het drinkwater met zware metalen of chemische stoffen is zeer reëel en kan weer nieuwe slachtoffers maken onder de talloze mensen die op drift zijn geraakt en soms een veilig heenkomen moeten zoeken in flink gehavende maar nog enige beschutting biedende fabriekshallen. Met behulp van drones kunnen metingen worden verricht. Dat wil zeggen: de mensen ter plekke kunnen proefmonsters nemen die via de drones naar een laboratorium worden vervoerd, daar worden geanalyseerd waarna al dan niet een waarschuwing aan de mensen ter plaatse uit kan gaan. “Citizen Science” of “burger-wetenschap” heet dat. Drones verzorgen dan de communicatie tussen de burgerbevolking en de laboratoria. Deze toepassing maakt ook duidelijk dat technologie nooit de oplossing is maar hooguit een instrument voor de burgers om de vrede dichterbij te brengen.

Dit hele idee is een relatief nieuw en nog maar nauwelijks geëxplorieerd gebied binnen de vredesbeweging en Wim sluit af met de opmerking dat hij tijdens deze inleiding niet meer heeft kunnen doen dan het organiseren van een eerste verkenningsvlucht.

Moraal

Bij het introduceren van de laatste spreker deze avond, de hoogleraar filosofie van mens en techniek Peter-Paul Verbeek, memoreert Peter Timmerman dat in vroeger tijden een apart onderzoekscentrum aan de Universiteit Twente was gevestigd dat onderzoek naar de relatie tussen technologie, oorlog en vrede deed en dat er jaarlijks Universitaire Vredesdagen werden georganiseerd met minstens zo’n vol en divers programma als de Enschedese Vredesweek. Peter-Paul heeft nog in de Commissie Universitaire Vredesdagen gezeten. De spreker erkent dat het onderzoeksveld grotendeels verdwenen is, maar dat er net weer een onderzoeker bij een programma over ethiek is aangesteld die onderzoek gaat doen naar wapensystemen en dan met name naar drones. Misschien staan we dus weer voor een omslagpunt, ook met dit symposium.

 

Over het algemeen, zo sluit Peter-Paul aan bij de voorlaatste woorden van de vorige spreker, wordt technologie als een instrument in handen van de mens gezien, maar in de sector “oorlog en vrede” lijkt technologie vooral tegenover de mens te staan. Een regelrechte bedreiging van het menselijk bestaan en van alle wat menselijk is. En dan is het zelfs alsof niet de mens de techniek beheerst, maar de techniek de mens. Dat de techniek de mens stuurt en in een bepaalde richting dwingt.
Met deze negatieve associatie werd Peter-Pauls leermeester Hans Achterhuis alweer 25 jaar geleden geconfronteerd toen deze een keer provocatief voorstelde om meer moraal in de techniek in te bouwen. Waarom, zo was zijn concrete voorstel, bouwen we geen snelheidsbegrenzer in in auto’s waardoor we door de techniek gedwongen worden niet harder te rijden dan door de wet of de omstandigheden is toegestaan. De reacties waren niet van de lucht. Onder verwijzing naar Achterhuis’ vroegere communistische achtergrond werd hem verweten technocratie boven democratie te stellen. Een regering door techniek boven een regering door het volk, de mensen.
Peter-Paul stelt dat ontwerpers echter nooit anders gedaan hebben dan bepaalde opvattingen over moraal en hun idee van “het goede leven” om te zetten in hun ontwerp. Hij noemt de beroemde stedenbouwkundige Le Corbusier die halverwege de vorige eeuw een volstrekte functiescheiding propageerde in “het nieuwe bouwen”. In Nederland is de Bijlmer gebouwd volgens het principe van deze ver doorgevoerde scheiding van wonen, werken en verkeren met als gevolg dat de verschillende delen van de volgens dit principe ingerichte stad grote delen van de dag volledig ontvolkt zijn. Huidige stedenbouwkundigen zijn weer helemaal teruggekomen op deze basisfilosofie en zoeken het zoveel mogelijk in het mengen van de verschillende functies en dat staat ook centraal in de herinrichting van veel na-oorlogse woonwijken die nu volop aan de gang is.
Iets dergelijks voltrekt zich in de wapentechnologie. Met de ontwikkeling van het vuurwapen, het luchtwapen en het raketwapen werd de afstand tussen schutter en doel steeds groter. De schutter vervreemde van het doel waardoor enerzijds het doden steeds gemakkelijker werd (het doel was geen mens meer maar een stipje op het scherm) en anderzijds de schutter zelf steeds minder kans liep zelf ook doel te zijn (op grote afstand of hoog in de lucht). Met de drone-piloten lijkt deze ontwikkeling vervolmaakt te zijn. Ergens in Nevada of Arizona zit de schutter achter een beeldscherm de bewapende drone aan te sturen waarmee hij zijn doelen in het Midden-Oosten uit probeert te schakelen en tussen de middag schuift hij voor het eten aan bij vrouw en kinderen. De dronetechnologie is echter zo sterk geperfectioneerd dat de schutter een haarscherp beeld krijgt van het doelwit en deze, hoewel op grote afstand, van heel dichtbij kan waarnemen. Omdat drones gericht zijn op het uitschakelen van geïdentificeerde tegenstanders met bij voorkeur zo weinig mogelijk omstanders, moeten die tegenstanders soms langdurig door de dronepiloot gevolgd worden om vast te kunnen stellen dat het hier daadwerkelijk de geïdentificeerde persoon betreft en om een moment af te wachten dat er verder zo weinig mogelijk mensen in de buurt zijn die anders ook slachtoffer zouden kunnen worden van de liquidatie.
Het tegengestelde effect doet zich nu voor dat waar de schutter door de ontwikkelingen in de wapentechnologie steeds verder vervreemd raakte van het doelwit, de dronepiloot door het langdurig volgen en identificeren, juist een band opbouwt met het doelwit en letterlijk geraakt wordt door het uitschakelen van de tegenstander die hij voor zijn ogen ziet bezwijken.
Door de aparte combinatie van het vervreemdende effect van het beeldscherm en de afstand enerzijds en het hebben leren kennen en in de ogen kunnen kijken van het doelwit anderzijds heeft zich bij de drone-piloten tegen alle verwachtingen in een heel nieuwe vorm van trauma ontwikkeld en een groot aantal van hen is hierdoor niet meer in staat om het werk als drone-piloot te verrichten.

Zo zie je toch maar weer, aldus Peter-Paul, dat de mens zich nooit helemaal door de technologie laat dwingen en zich toch weer onverwacht gedraagt. Er zijn ook heel verschillende manieren en mates van gedrag afdwingen door technologie, van verleiden tot bepaald gedrag tot volstrekt bepalen van gedrag. Juist in deze tijd verschijnen daarover ook diverse studies uit de hoek van de techniekfilosofie en de sociale wetenschappen, tot politiek adviseurs van Obama toe.

Als oplossing voor het feit dat drone-piloten tot onverwacht gedrag laten zien, wordt wel voorgesteld om de menselijke factor helemaal weg te halen en de morale afweging, bijvoorbeeld via de vuistregels uit de traditie van de ‘rechtvaardige oorlog’, als het ware in het besturingssysteem van de drone in te bouwen. Dat is volgens Peter-Paul echter duidelijk een stap te ver en heb je het inderdaad over technocratie: de techniek die zelf beslissingen neemt. De moraal die volgens Hans Achterhuis en anderen in techniek was ingebakken was er altijd nog wel één die een ondersteuning vormde voor het menselijk moreel gedrag. Als we het hebben over vrede door techniek dan is in ieder geval één belangrijke vuistregel dat techniek in menselijke handen moet blijven of daar weer terug in moet worden gebracht. En dat geldt zelfs voor een technologie die erop gericht zou zijn om oorlogen te voorkomen, zoals een vragensteller naar aanleiding van het verhaal van Wim Zwijnenberg opperde.

Discussie

Peter Timmerman vervolgens opent zelf de discussie door de volstrekte disbalans aan de orde te stellen tussen het Militair Industrieel Complex waarin miljarden omgaan enerzijds tegenover de “Citizens Science” van Wim Zwijnenberg en het “Social Cohesion Design” van UT-studenten anderzijds. Volgens Peter-Paul moet je je daardoor niet tot gevoelens van machteloosheid laten leiden en laat het verhaal van de drones juist ook de grenzen van dat grootschalige en het vermogen tot technische perfectie zien. Wim voegt daaraan toe dat burgers in staat zijn gebleken om investeerders in die gigantische wapenindustrie ertoe te zetten hun investeringen terug te trekken. Veel bedrijven in en rond dat Militair Industrieel Complex voelen zich daadwerkelijk bedreigd door campagnes vanuit devredesbeweging tegen hun betrokkenheid bij bepaalde wapensystemen alskernwapens, landmijnen, chemische wapens en, wie weet, ook ooit gewapendedrones.

Over de begrenzing van het technisch haalbare is hij iets minder optimistisch dan Peter-Paul. Het feit dat drone-piloten al te menselijk reageren op hun slachtoffers, wordt enerzijds opgelost door de beelden van de doelwitten opzettelijk minder scherp te maken en de menselijke vormen van het doelwit zo onherkenbaar mogelijk te maken en anderzijds door nieuwe drone-piloten vooral te rekruteren in de wereld van de gamers die van kindsafaan met zulke realistische spellen hebben gespeeld dat die levensechte doelwitten op het beeldscherm voor hen geen mensen van vlees en bloed meer zijn maar figuren inde game.

Op de vraag van iemand uit het publiek of wij geen tovenaarsleerlingen zijn en of het niet nodig is om desnoods met machtsmiddelen verdere ontwikkelingen binnen de wapentechnologie tegen te houden, antwoordt Peter-Paul dat het zijn van die tovenaarsleerlingen tot ons mens-zijn behoort en dat we daarmee moeten dealen. Het met alle (machts)middelen willen realiseren van een utopie van wereldvrede is ook gewelddadig. Ons beste machtsmiddel als naar vrede strevende burgers is dat we blijven staan voor de morele waarden die wij daarbij hoog willen halen en het op grond daarvan protesteren tegen ontwikkelingen die tegen deze waarden indruisen.
Wat dat betreft lijkt het hem ook een goed idee om te kijken of de Universitaire Vredesdagen weer ingevoerd zouden kunnen worden.
De slotvraag is aan de studenten, hoe de wijkbewoners van Twekkelerveld op hen reageerden. Eén van de studenten vertelt dat ze gewoon de wijk zijn ingelopen en gesproken hebben met wie ze maar tegenkwamen. Wel bleek er een buurtbewoner te zijn die het zaakje niet vertelde en de politie alarmeerde die vervolgens even een kijkje kwam nemen. Kennelijk voelen sommige mensen zich bedreigd door vredestechnologie…

–  –  –  –  –  –  –  –  –  –

woensdag 23 september 2015
19.30-21.30 uur: Theatercafé Rabotheater, Beurstsrrat 44 Hengelo

In gesprek met de Bloedbroeders    

Afgelopen april werd wereldwijd herdacht dat 100 jaar geleden de Armeense genocide plaatsvond. Zo ook in Twente waar naast een grote groep Armeniërs een nog grotere groep Syrisch Orthodoxe christenen woont die evenzeer onder deze genocide hebben geleden. Na al die jaren is het nog steeds een gevoelig thema voor belangrijke groepen binnen de Turkse en Armeense gemeenschappen en dat droeg zeker bij tot de grote waardering voor de documentaire-reeks “Bloedbroeders” waarin de Turk Sinan Can en de Armeniër Ara Halici samen de feiten onder ogen probeerden te zien. Ze komen in de Vredesweek naar Twente om in gesprek te gaan over hun ervaringen.

Bloedbroeders in Hengelo

Vanavond waren de “Bloedbroeders”, de Nederlandse Turk Sinan Can en de Nederlandse Armeniër Ara Halici op uitnodiging van de stichting Vredes- En DuurzaamheidsActiviteiten Netwerkstad in het theatercafé van het Rabotheater in Hengelo. Afgelopen voorjaar, in de weken voorafgaand aan de 100ste herdenking van de Armeense Genocide, werd hun zesdelige documentaire Bloedbroeders door de VARA uitgezonden en vanavond waren ze in Hengelo om te vertellen over hun ervaringen tijdens het maken van deze documentaire en na de uitzending.

 

DSC_0005-002                                                                                                                                      

Het idee voor de Bloedbroeders ontstond een paar jaar geleden bij Sinan toen hij voor andere documentaireserie “Uitgezet”, die het leven volgde van een aantal door Nederland uitgezette asielzoekers, een uitgezette familie naar Armenië volgde. Voor hem was dat net zo vanzelfsprekend als de andere landen die hij bezocht in het kader van deze serie, maar in zijn omgeving hoorde hij wel mensen zeggen “Je gaat toch niet als Turk naar Armenië?!”. In Armenië voelde hij zich heel plezierig, maar zodra de mensen daar ontdekten dat hij van Turkse afkomst was, vroegen ze hem wel meteen “Waarom erkennen jullie de genocide niet?”.

Op die vraag had hij geen antwoord en met het oog op de 100steherdenking stelde hij de VARA voor om over die vraag een nieuwe documentaireserie te maken. Over zijn eigen positie vertelt hij dat zijn moeder van Koerdische afkomst is en een milde positie ten opzichte van de Armeniërs had, terwijl zijn vader toch wel vrij fel het Turkse standpunt verdedigde en de massamoord op de Armeniërs zag als een tegenmaatregel tegen het verraad van de Armeniërs: “Als je het Turkse volk in de rug steekt, dan is dit wat je krijgt.” Zelf stond Sinan open voor alle mogelijke opvattingen.

Onderdeel van het plan voor de documentaire reeks was dat het een Turks-Armeens duo zou zijn dat in Anatolië, waar de genocide zich heeft voltrokken, op zoek zou gaan naar de waarheid of de verschillende waarheden. Het oog voor Sinans wederhelft viel daarbij in eerste instantie op een Nederlands-Armeense journalist die, net als Sinan, in Nijmegen woont. Deze was bereid om mee te werken en ging voor twee maanden naar Turkije om zich te oriënteren. Daarbij heeft hij kennelijk een aantal slechte ervaringen opgedaan, want toen hij uit Turkije terug kwam liet hij weten niet langer mee te willen doen.

Daarmee viel wel even de grond voor het project weg en even is overwogen om het maar te schrappen. Sinan erkent dat dat wel gemakkelijk was geweest. “Als Turk kan ik dan altijd zeggen: ‘ik heb het geprobeerd, maar ja, die Armeniërs wilden niet, hè?’”. Toch was het hele plan hem te dierbaar om het te schrappen en iemand stelde hem voor om de musicalspeler Ara Halici te vragen. “Ara, dat is toch een Turk?”, was Sinans eerste reactie, daarmee aangevend dat heel veel Armeniërs die tegenwoordig nog in Turkije wonen of daaruit afkomstig zijn bewust of onbewust als ‘Turk’ door het leven gaan.

Aldus werd Ara door Sinan gebeld. En na een monoloog van Sinan van anderhalf uur, zei hij dat het er even over wilde nadenken, maar hij erkent dat hij toen eigenlijk al tot de conclusie was gekomen dat hij aan dit project mee wilde werken. Sinan vult aan dat Ara eigenlijk een betere partner was dan de oorspronkelijk aangezochte Armeense journalist, omdat Ara net als Sinan zelf, er vrij open in stond en ook kon luisteren naar Turkse genocide-ontkenners, terwijl de genoemde Armeense journalist daar veel slechter tegen kon en meteen de discussie aanging. Waarschijnlijk is dit ook de oorzaak van zijn slechte ervaringen tijdens zijn twee-maandenlange verblijf in Turkije.

Sinan en Ara hebben zich vervolgens ingelezen, waarbij Sinan vooral de Turkse literatuur (vaak dunne boekjes) heeft gelezen over de (gedeeltelijke of volledige) ontkenning en Ara de dikke pillen die meer aansluiten bij het Armeense gezichtspunt. In talloze gesprekken ter voorbereiding van hun documentaire legden ze de inzichten uit deze boeken naast elkaar. Waar zaten de gaten? Waar de grootste interpretatieverschillen?

 

DSC_0019-002

 

Sinan vertelt dat de genocide-ontkenners meestal wel erkennen dat er veel Armeniërs zijn gedood (dat valt ook moeilijk te ontkennen), maar bestrijden dat er sprake was van een vooropgezet plan. En daarom zou het geen genocide zijn, maar een tragische bijkomstige schade (“collateral damage”) van de Eerste Wereldoorlog die ook in alle hevigheid in het Midden-Oosten woedde (wat wij in West-Europa wel eens vergeten met onze focus op “Flanders’ Fields”). Je zult, zo erkent Sinan, geen zwart-op-wit bewijs vinden, geen brief of uitgevaardigd besluit van de toenmalige machthebber Talat Pasha om een genocide te beginnen. Zelfs niet als ook de laatste Turkse archieven open gaan. Als dat al bestaan zou hebben, dan is het ongetwijfeld vernietigd. Maar je hebt zo’n papieren bewijs niet nodig om te kunnen zien wat er aan de hand was. Er is voldoende indirect bewijs (“circumstantial evidence”) dat er een van staatswege geplande verdrijving en massamoord heeft plaatsgevonden. Daarop wijst in de eerste plaats de omvang en systematiek waarmee de operatie werd uitgevoerd.

Maar daarnaast moesten de Turken in 1913, na de Eerste en Tweede Balkanoorlog, de Balkan ontruimen. In Anatolië moest ruimte gecreëerd worden om de (veelal Turkse) moslimbevolking te herhuisvesten en het oog viel daarbij op de gebieden die door de Armeniërs en overigens ook die die door andere christelijke bevolkingsgroepen zoals de Ponto-Grieken en Arameeërs bewoond werden. De joodse inwoners van het Ottomaanse Rijk werden met rust gelaten. Daar zat vermoedelijk geen complot achter, zoals wel wordt gesuggereerd, maar de joden waren vooral handelaren en woonden in de steden. Hun verdrijving zou weinig soelaas bieden als het om ruimte voor de islamitische Balkanbevolking gaat.

Een tweede indirect bewijs is dat het Ottomaanse Rijk in 1914 praktisch bankroet was en in 1915 vrijwel alle staatschulden had afbetaald. Bekend is dat het goud en andere bezittingen van de omgebrachte of verdreven Armeniërs volgens een bepaalde verdeelsleutel verdeeld werd tussen de staat en de clan die het uitvoerende werk deed. Er is vermoedelijk zoveel goud en ander goed naar de Turkse staat gevloeid, dat men de staatsschuld daarmee kon afbetalen. Ook de Armeense landerijen werden geconfiskeerd en kwamen deels in handen van de staat en deels in handen van degenen die het vuile werk opknapten. Naast het Turkse militaire archief uit die tijd is ook het Turkse kadaster uit de eerste helft van de 20ste eeuw nog steeds gesloten en voor dat kadaster is de reden simpel dat bij opening aan het licht zou komen hoeveel illegale landtransacties in en kort na 1915 hebben plaatsgevonden. Het onlangs geopende reusachtige presidentiële paleis van Erdogan staat op van Armeniërs geconfiskeerde grond en zou door de nabestaanden teruggeëist kunnen worden

En dan zijn er nog de bewijzen voor de Armeense genocide in de Duitse archieven. Turkije was tijdens de Eerste Wereldoorlog bondgenoot van het Duitse en het Habsburgse Rijk en het Turkse leger werd in haar strijd tegen met name het Britse leger dat het Ottomaanse Mesopotamië (het huidige Irak) was binnengevallen gesteund door Duitse militaire trainers en adviseurs. Deze bleken helemaal geen moeite te hebben met het genocidale optreden tegen de (net als hen christelijke) Armeniërs. Tussen 1904 en 1908 hebben de Duitsers zelf de Herero-bevolking in het huidige Namibië (toenmalig Duits Zuidwest-Afrika) systematisch uitgemoord, hetgeen wel de eerste genocide van de 20ste eeuw werd genoemd. Betrokkenen bij die eerste genocide adviseerden de Ottomanen hoe ze te werk moesten gaan en speelden later een vooraanstaande rol in de Holocaust. De Duitse archieven verhullen daar helemaal niets over en het overtuigende bewijs waar zovelen naar zeggen te zoeken is daar te vinden en niet in de nog niet geopende Turkse archieven.

Ara vertelt dat de Bloedbroeders wel wordt verweten een eenzijdige kijk op de geschiedenis te schetsen, maar de meeste door hen benaderde Turkse deskundigen wilden niet aan de uitzending meewerken. Ze hebben er diverse benaderd, maar uiteindelijk waren er maar twee bereid om de Turkse visie voor camera uiteen te zetten. Heel bewust hebben hij en Sinan geen cent aan willen nemen van welke Armeense (of Turkse) lobbyclub dan ook, om met grote stelligheid te kunnen beweren dat ze zich voor geen enkele politieke agenda hebben laten gebruiken.

Sinan herhaalt dat hij er aan het begin van de reis open in stond, maar gedurende het maken van de documentaire van overtuigd is geraakt dat wat in 1915 is gebeurd misschien wel erger is dan genocide. Het is meer dan vernieting van een volk, maar ook van een geschiedenis, een religie en een cultuur. Plus de trauma’s. Het Koerdische dorp van Sinans moeder was oorspronkelijk Armeens dorp. Dat wist niemand. Maar tijdens de reis bleek toch dat niet alle sporen uitgewist konden worden.

Gevraagd naar de hoogtepunten van hun reis vertelt Ara over de ontmoeting met de kleinkinderen van de Turkse landeigenaar die Ara’s overgrootmoeder, die al op transport was gesteld, heeft weten te redden waardoor zij de genocide overleefde en Ara überhaupt geboren kon worden. De Turkse redder zelf is natuurlijk al lang dood, maar in diens Turkse kleinkinderen ontdekte Ara dezelfde liefde en medemenselijkheid die hun grootvader destijds heeft bewogen om zijn Armeense buren van een gewisse dood te redden.

Voor Sinan was het meest emotionele moment dat een 105-jarige overlevende Armeniër die thans in Armenië woont hem als Turk na lang aarzelen wilde vergeven voor wat zijn grootouders destijds hebben gedaan. Sinans grootvader heeft Armeens land geconfiskeerd en vermoedelijk dus actief deelgenomen aan de moordpartijen die daaraan voorafgingen. De Armeniër ontving zijn Turkse bezoeker aanvankelijk met grote vijandigheid: “Zo, kom je het karwei afmaken?!”, en destemeer indruk maakte daarom de omarming aan het eind.

In Hengelo wil Sinan nog wel een kritische opmerking over de documentairereeks kwijt. Zoals hij al eerder zei, zijn tijdens de Armeense Genocide niet alleen de Armeniërs, maar ook Ponto-Grieken, Arameeërs en ook Jezidi’s uitgemoord en verdreven. In het team dat de documentaire maakte is besloten om dat niet te vermelden. Televisie is een vrij oppervlakkig medium dat een zo simpel mogelijke boodschap moet uitdragen, zelfs op NPO2. De term “Armeense Genocide” is bekend, maar van Ponto-Grieken, Arameeërs en Jezidi’s heeft niemand gehoord (de Jezidi’s inmiddels wel, vanwege de vervolging door ISIS, maar dat was pas nadat dit besluit was genomen) en je zou dus eerst moeten uitleggen wie deze groepen zijn. Dat werd te ingewikkeld.

Achteraf betreurt Sinan dit besluit. Want hierdoor is bijvoorbeeld de moord op honderdduizenden Arameeërs inderdaad “Een Vergeten Genocide” (zoals deEO-documentaire heet die hierover eveneens aan de vooravond van de 100ste herdenking op de Nederlandse televisie werd uitgezonden). De Armeense Genocide wordt weliswaar niet erkend, maar is wel bekend. De Arameeërs en hun Sayfo kent echter niemand.

De vragenronde werd geopend door Stire Kaya-Cirik die twee jaar geleden vanuit een Aramees perpectief het boek “Echo van een onverwerkt verleden” heeft uitgebracht. In dat boek stelt ze het moeizame proces van verwerking en vergeving centraal bij de overlevenden van de genocide en hun nazaten. Verwerken en vergeven gaat een stuk gemakkelijker als de ander bereid is om excuses te maken en te erkennen wat gebeurd is. Daarvan is het door Sinan genoemde hoogtepunt met de Armeense 105-jarige een prachtig en ook ontroerend voorbeeld. Maar, zo vraagt ze, hoevelen binnen de Turkse gemeenschap zijn bereid om dat voorbeeld te volgen?

Sinan antwoordt dat hij in reactie op de uitzendingen heel veel hatemails heeft ontvangen, maar ook veel mailtjes met instemming. Juist ook vanuit de Turkse gemeenschap. Dat zijn er niet veel, maar hun aantal groeit. Onlangs sprak hij tijdens een discussie-avond van een Turkse nationalistische jongerenvereniging. Hij kreeg alle bekende tegenwerpingen over zich heen en hield zijn gehoor voor dat ze nu eens moesten ophouden om alleen maar na te praten wat ze van anderen hoorden en, net als Sinan, zelf op onderzoek uit moesten gaan. Onlangs kreeg hij een mailtje van één van de aanwezige jongeren die dat had gedaan en inmiddels zijn lidmaatschap van de vereniging had opgezegd. Het is een begin, maar het stroompje wordt breder.

 

 

DSC_0013-002

Aan de andere kant is het goed je te realiseren dat de meeste Turken helemaal niet over deze “kwestie” willen praten. Het aantal fanatiekelingen dat te hoop loopt tegen elke herdenkingsmanifestatie van de Armeense Genocide is dan ook maar gering. De kracht en omvang van de Turkse lobby tegen de genocide-erkenning wordt vaak gigantisch overschat en is daardoor invloedrijker dan haar krachtens de daadwerkelijk aantallen toekomt.

Stire meldt dat ze bij het schrijven van haar boek ook heeft geprobeerd zich te verplaatsen in de positie van een Turkse vrouw en toen vooral schaamte voelde als groter hindernis om tot erkenning over te gaan. Sinan bevestigt dat ook de Turken getraumatiseerd zijn door “de gebeurtenissen van 1915”. De vraag is niet alleen “wat is er met de Armeniërs gebeurd?”, maar ook “wat is er met ons Turken gebeurd? wat heeft ons tot zulke monsters gemaakt?”. Dat zijn vragen die je liever niet onder ogen komt en die je graag weg drukt. Het is niet voor niets een taboe-onderwerp binnen de Turkse gemeenschap. Iets waar je liever niet over praat. De verdrijving van de Armeniërs en andere minderheden uit Anatolië om “Lebensraum” te scheppen, heeft de Turken noch de Koerden geluk gebracht. Het mooie kleurenpalet dat Anatolië ooit was met de talloze door elkaar levende bevolkingsgroepen met hun eigen taal, religie en cultuur is verdwenen. De homogene samenleving die ervoor in de plaats is gekomen is liefdeloos. Ook heerst de angst dat het land Turkije verdeeld gaat worden, dat Turkije stukken land gaat verliezen. Die angst komt vooral voort uit het onbewuste besef dat je eigenlijk op andermans land woont waar je de mensen van verdreven hebt die nu in de buurt wonen: in Armenië, in Griekenland en in Syrië en Irak.

Een andere bezoeker vraagt naar de reactie van Sinans ouders. Al eerder vertelde hij dat zijn vader en moeder er verschillend in stonden en dat zijn voornemen een aantal interessante discussies tussen zijn ouders opleverde. Naar hem toe overheerste vooral de ouderlijke bezorgdheid: weet waar je aan begint en wat de gevolgen kunnen zijn. Door de documentaire zijn zijn beide ouders ervan overtuigd geraakt dat er honderd jaar geleden een genocide heeft plaatsgevonden, maar een broer van zijn vader beschuldigt hem van landverraad en verraad aan de familie. Een Armeense militie heeft destijds 15 familieleden van Sinan gedood. Volgens het Turkse leger gaat het in totaal om 10.000 Turken die door met de Russen meevechtende Armeense milities zijn gedood. Het gaat daarbij mogelijk om 3.000 Armeense strijders. Steeds weer duikt het verhaal op dat de Armeniërs ook Turken doodden en dat het nu eenmaal oorlog was tussen beide bevolkingsgroepen waarbij over en weer doden vielen. Maar de verhouding van 10.000 Turkse doden tegenover 1,5 miljoen Armeniërs en 750.000 Arameeërs is natuurlijk helemaal zoek.

Gevraagd naar de reacties in het algemeen meldt Ara dat hij veel positieve reacties op facebook en op straat krijgt. Hij was geroerd door een Turkse jongen van 12 jaar die hem zijn execuses aanbood. Als hij een verhouding moet noemen, schat hij dat 95% van de reacties positief is en 5% negatief. Dat zijn cijfers waar Sinan alleen maar jaloers op kan worden. Bij hem is 25% positief en 75% negatief. Een Azerbeidzjaanse man beschuldigde hem ervan dat hij wel Koerdisch, alevitisch, Aramees, Ponto-Grieks en zo nog een 20-tal andere afkomsten in zich moest verenigen. Sinan heeft teruggemaild: “Ik hoop het.” Uit onderzoek blijkt dat het Turkse volk van alle Europese volkeren het minst “zuiver” is; de “zuivere Turk” leeft ergens tussen de Oeigoeren in het westen van China en de gemiddelde inwoner van Turkije lijkt daar in de verste verte niet op. Het tweede volk op de lijst “minst-zuivere volkeren” is overigens het Russische. In beide landen groeit het nationalisme de laatste tijd heftig. Dat zal wel niet zonder reden zijn …

Ahmed Yilmaz brengt als laatste nog twee punten in. De geschiedenis van 100 jaar geleden lijkt zich op dit moment in Syrië en Noord-Irak te herhalen en niet alleen Turkije maar ook bijvoorbeeld Nederland zou van de genocide van 100 jaar geleden moeten leren en de waarheid onder ogen moeten zien. Met betrekking op het eerste punt vertelt Sinan dat hij op dit moment met een nieuwe documentaireserie bezig is die over de Arabische Lente gaat en de verdrijving van de christelijke bevolking uit het Midden-Oosten. Er vinden, met name in het door ISIS-beheerste gebied, deportaties plaats. Net als 100 jaar geleden, maar nu vanuit de gebieden waar met name de Aramese christenen destijds naartoe zijn gevlucht en geprobeerd hebben een nieuw bestaan op te bouwen. De geschiedenis herhaalt zich inderdaad.

De uitzendingen van de Bloedbroeders trokken per keer tussen de 300.000 en 400.000 kijkers, hetgeen beslist niet slecht is op NPO2. De VARA had er geen moeite mee om over “de Armeense Genocide” te spreken, maar de NOS spreekt over “de Armeense kwestie en massamoord”. Dat komt omdat de Nederlandse regering de Armeense Genocide niet erkent en zelf spreekt over “de kwestie van de Armeense Genocide”. Men zegt dat dat gebeurd uit angst voor de Turkse gemeenschap in Nederland, maar zoals gezegd is de anti-erkenningslobby daar helemaal niet zo sterk. Duitsland, met een uit Turkije afkomstige bevolking van 3,5 miljoen, heeft de Armeense Genocide afgelopen voorjaar wel volmondig erkend. Het leidde tot één demonstratie van Turken in Berlijn en daarna bleef het stil. Daarvoor hoef je het dus niet te laten.

Volgens Sinan is de oorzaak van de Nederlandse weigering de Armeense Genocide te erkennen het Nederlandse handelsbelang. Nederland is binnen de EU de grootste handelspartner van Turkije. Dat kan een hoop verklaren.

Aan Ara de eer van het slotwoord. “Heb de bereidheid om naar elkaar te luisteren. Daar ging deze serie over. Er is met de Bloedbroeders een begin gemaakt met een beweging die bereid is om naar elkaar te luisteren. Luisteren naar elkaar pijn.”

–  –  –  –  –  –  –  –  –  –

donderdag 24 september 2015
19.30-21.30 uur
SDO-gebouw
Hoog en Droog 25, Enschede

Vredesbeweging in Turkije

Lange tijd heerste in Turkije een oorlog tussen het Turkse leger en de Koerdische PKK. Een paar jaar geleden begonnen vredesgesprekken. De oorlog in Syrië heeft de spanningen in Turkije echter weer laten oplaaien. Veel Turken zijn ongelukkig met de steun van de regering Erdogan aan de politiek-islamitische oppositie in Syrië, terwijl de regering ongelukkig is met de Koerdische posities in Syrië en Irak. Afgelopen zomer besloot ze tot een nieuwe oorlog tegen de Koerden. Inleiding door een vertegenwoordiger van de Turkse vredesbeweging.

i.s.m. Samenwerkende Democratische Organisaties (van mensen afkomstig uit Turkije)

Vrede verbindt: overstijg het eigenbelang!

Eén dag na de worsteling met de bloedige broederstrijd van honderd jaargeleden, stond vanavond in het gebouw van de Samenwerkende Democratische Organisaties (van mensen afkomstig uit Turkije) de huidige oorlog in Turkije centraal: de onlangs hervatte strijd tussen de Turkse regering en de Koerden. En wel vanuit het perspectief van de Turkse vredesbeweging, waartoe de inleider van vanavond, Ali Ugural, behoort.

 

DSC_0035-002

 

Volgens Ali vindt iedereen “vrede” wel een mooi woord, maar bestaat de geschiedenis toch vooral uit oorlogen en geweld. De vredesbeweging zet zich, in Turkije en wereldwijd, al lange tijd in voor een vreedzaam en harmonieus samenleven, maar het lijkt maar niet te willen lukken. Sterker nog, de onderlinge spanningen lijken alleen maar erger te worden. Naast de beweging van mensen die in vrede geloven en zich daarvoor in willen zetten, bestaat een veel grotere groep van mensen die het nauwelijk interesseert. Koud laat. Alleen heel schokkende gebeurtenissen of bedreigingen brengen hen ook soms in beweging, maar dan kan het alle kanten op gaan.

Eén van de meest schokkende gebeurtenissen is de Tweede Wereldoorlog. De dag waarop deze in 1939 begon, 1 september, geldt met name in Duitsland en Rusland als “anti-oorlogsdag”. Deze symbolische datum met een duidelijk appèl om geen oorlogen meer te beginnen, is de laatste jaren echter overschaduwd door de door de Verenigde Naties uitgeroepen Internationale Dag van de Vrede op 21september.

De Anti-Oorlogsdag en de Dag van de Vrede hebben niet kunnen voorkomen dat ook na de Tweede Wereldoorlog heel grote gewelddaden zijn gepleegd. De Vietnamoorlog, de genocide in Cambodja, talloze oorlogen in Afrika, etc. Met name bij de laatste werd vaak gedaan alsof dit lokale, geïsoleerde conflicten waren, voortkomend uit de machtswellust van een dictator of vanuit eeuwenoude etnische of religieuze tegenstellingen. Maar dat beeld verhult het feit dat er altijd andere landen bij betrokken zijn geweest. Met name de grootmachten en hun bondgenoten.

De oorlog tussen Irak en Iran was niet een geïsoleerd vergrijp van Saddam Hoessein, maar deze werd in die oorlog gesteund, zo niet ertoe aangezet, door andere Arabische landen en het Westen. De vreselijke, genocidale, massamoord in Halabja werd gepleegd met gifgassen waar een Nederlands labeltje aan hing. Ook de genocide in Srebrenica vond plaats onder onze, Nederlandse ogen. Als we dat, onze eigen directe of indirecte betrokkenheid, niet onder ogen willen zien, kunnen we niet begrijpen dan wat er thans in Turkije en Syrië gebeurt. Zo vond voorafgaand aan de oorlog in Syrië vanaf 2003 de oorlog in Irak plaats, door met name een internationale coalitie, met vele duizenden doden en verdrevenen. Het ontwrichtte de regio en creëerde de voedingsbodem voor wat nu ISIS heet.

Na de Tweede Wereldoorlog zijn de Verenigde Naties en ook de NAVO opgericht om oorlogen te voorkomen. Maar ze hebben daarin gefaald. Sterker nog, vaak beginnen deze organisaties juist nieuwe oorlogen om onwelgevallige regimes ten val te brengen. Alsof dictaturen niet op een andere manier tot een einde gebracht kunnen worden dan door een oorlog of militaire interventie. Bij eerdere Vredesweekbijeenkomsten bij SDO is al aandacht besteed aan de rol vanwapenhandel en olie- en gasbelangen. Het besluit om oorlog te voeren wordt genomen door een elite die daar belang bij heeft en wij, normale vredelievende mensen, staan daar tamelijk onmachtig tegenover.

De Britten vonden in 1911 olie in het Midden-Oosten en bouwden vervolgens hun marine in de Indische Oceaan en de andere wereldzeeën om om op olie in plaats van kolen te varen. Tot in de jaren ’70 van de vorige eeuw heeft Groot-Brittannië een belangrijke vinger in de pap van de Golfregio gehad en liet daarbij niet de belangen van de bevolking ter plaatse prevaleren, maar haar eigen belang. De Amerikaanse minister Rumsfeld zei na afloop van de Irak-oorlog dat de Amerikaanse belangen, die de Britse politieke rol hadden overgenomen, al die Iraakse burgerdoden wel waard waren.

Om effectief te kunnen zijn, moet de vredesbeweging meer samenwerken over nationale grenzen heen. Ali bepleit een verbinding tussen de Turkse, de Nederlandse en de Amerikaanse vredesbeweging.

De Westerse politiek in het Midden-Oosten heeft direct of indirect ook de aanzet gegeven tot de radicalisering van de islam in het Midden-Oosten. Als vanuit de zaal wordt gevraagd waarom juist moslims radicaliseren, worden daar door anderen wel verklaringen voor gegeven, met onder andere verwijzingen naar het verleden van het christendom, maar Ali stelt dat dat niet de juist vraag is. Het is niet de godsdienst, maar het zijn de economische belangen die ten grondslag liggen aan oorlogen en geweld.

Vanuit de zaal wordt vervolgens opgemerkt dat zo’n eigenbelang soms juist parallel kan lopen aan het verlangen naar vrede. Het Westen heeft vier-en-een-half jaar lang de oorlog in Syrië voort laten woekeren en deinsde er niet voor terug het vuurtje zo af en toe nog wat op te stoken. Zolang het zich maar in het Midden-Oosten bleef afspelen. Nu grote groepen vluchtelingen deze oorlog ontvluchten en naar Europa trekken, heeft Europa plotseling een eigen belang gekregen in de beëindiging van het conflict. Je ziet dan ook dat Amerika en Rusland binnenkort op hoog niveau met elkaar om tafel gaat zitten over Syrië en dat de Amerikaanse regering haar toonhoogte over Assad al heeft laten zakken.

 

DSC_0031-002

Ali hoopt dat de spreker gelijk heeft, maar wil nu naar de situatie in Turkije. Daar kwam 13 jaar geleden de AKP van Erdogan aan de macht. In het begin mocht deze partij, die een duidelijk islamitisch-religieuze agenda heeft, zich ook verheugen over de steun van liberalen, sociaal-democraten en Koerden, omdat ze als belangrijk agendapunt de terugdringing van de macht van het Turkse leger over de Turkse staat had. Die invloed heeft ze teruggedrongen en er is een wapenstilstand met de Koerdische PKK gesloten waarna zelfs vredesonderhandelingen zijn begonnen. Maar macht corrumpeert en de AKP kon het niet laten om gaandeweg de macht over allerlei, voorheen toch tamelijk onafhankelijke staatsorganen aan zich te trekken, waarbij Erdogan steeds autoritairdere en zelfs dictatoriale trekken begon te vertonen. Zo heeft de AKP tegenwoordig de macht over het leger, de geheime dienst en de belangrijkste economische sectoren van Turkije, terwijl de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en de pers op allerlei manieren met voeten wordt getreden.

Door dit alles is de oppositie in Turkije gemarginaliseerd. Ook nu de populariteit van Erdogan lager is dan ooit en de aanhang van de oppositiepartijen CHP en HDP weer is gegroeid, is de oppositie niet in staat een deuk in een pakje boter te slaan. Er wordt vanuit de AKP een efffectieve verdeel-en-heers-politiek gevoerd. De AKP heeft inmiddels alle staatsinstellingen in handen en via de geheime dienst voert ze aanslagen uit die de bevolking weer in handen van de AKP drijft en het ontstaan van een massale protestbeweging als die op het Taksimplein in 2012 weten te voorkomen. Via het leger is ze inmiddels de strijd met de PKK weer begonnen.

De Taksim-opstanden in de zomer van 2013 gingen tegen de bemoeienissen van de regering met de persoonlijke levenssfeer. Maar tegelijk bleek de zwakte van de oppositie. Er is nu een organisatorisch verband, de Juni-Beweging, die op 10 oktober a.s. in Turkije met demonstraties in aktie wil komen. Ook Turkse intellectuelen uiten zich regelmatig, maar door de censuur in de Turkse pers hoor je daar weinig van. Sinds de Taksim-protesten zijn de maatregelen om demonstraties te voorkomen sterk aangescherpt. Toestemming voor vredesdemonstraties wordt zelden gegeven en de Turkse politie treed hard tegen hen op.

Daarentegen wordt wel vaak ruimte geboden aan provocatieve protesten van de enige bevolkingsgroep tegen de andere. De AKP strijd niet langer tegen de gevestigde macht maar gebruikt deze instituties om zelf de macht in handen te houden en strijdt met deze middelen via een verdeel-en-heers-politiek tegen de Turkse bevolking. Er wordt gaandeweg en welbewust een zekere vorm van verzuiling doorgevoerd binnen de Turkse samenleving; niet alleen tussen Turken en Koerden, maar ook tussen AKP en “de rest”. Deze werkt ook door bij de Turkse bevolking in de diaspora wordt. Als Turks vredesactivist worden Ali en zijn medestanders door veel Turken in Nederland als staatsvijanden en PKK-aanhangers gezien.

Gevraagd wordt hoe het toch komt dat de AKP in Turkije 35% van de stemmen haalt en onder Nederlandse Turken bijna 70%. Als verklaring wordt gegeven dat de Nederlandse regering voorheen het seculiere maatschappelijk werk onder de Turkse migranten financierde en deels organiseerde: zelforganisaties als SDO, het onderwijds in Eigen Taal en Cultuur, etc. Daar heeft de Nederlandse overheid zich inmiddels helemaal uit teruggetrokken en de Turkse overheid heeft dat overgenomend via de moskee verenigingen die voor een belangrijk deel onder het Turkse ministerie van godsdienstzaken vallen. Dat betekent dat de Turkse AKP-regering de afgelopen jaren haar grip op de Turkse migranten in Nederland aanmerkelijk heeft kunnen versterken. Bij verkiezing betaalt zich dat dan terug. Ali wijst erop dat in Nederland woonachtige Koerden en alevieten intensief hebben samengewerkt tijdens de onlangs gehouden verkiezingen om campagne te voeren voor de Turkse oppositie, maar die eendrachtige samenwerking, die in Turkije zelf nog ver te zoeken is, heeft een grote verkiezingswinst voor de AKP dus niet kunnen verhinderen.

De in Turkije geboren voorzitter van de Aramese Beweging voor Mensenrechten, Aziz Beth Aho, noemt als probleem dat alle groepen in Turkije alleen maar voor zichzelf opkomen. Het eigenbelang van de eigen groep, en niemand zich lijkt te bekommeren om het geheel. Honderd jaar geleden waren het de Armeniërs en de Arameeërs die hiervan het slachtoffer werden, daarna de Koerden, de alevieten en straks de Turken zelf. Hij leest in dit verband het gedicht van Martin Niemöller voor:

Toen de nazi’s de communisten arresteerden heb ik gezwegen;

ik was immers geen communist.

Toen ze de sociaaldemocraten gevangenzetten heb ik gezwegen;

ik was immers geen sociaaldemocraat.

Toen ze de syndicalisten kwamen halen heb ik gezwegen;

ik was immers geen syndicalist.

Toen ze de joden opsloten heb ik gezwegen;

ik was immers geen jood.

Toen ze de katholieken arresteerden heb ik gezwegen;

ik was immers geen katholiek.

Toen ze mij kwamen halen

…was er niemand meer die nog kon protesteren.

Ali kent het gedicht en onderschrijft Aziz’ stelling dat dit precies beschrijft wat in Turkije aan de hand is. De ene groep wordt tegen de andere opgezet om vervolgens van het toneel te verdwijnen. Gezien de toenemende repressie in Turkije ziet hij echter niet hoe de vredesbeweging of anderen hier verandering in kunnen aanbrengen en hij vreest dat grote geweldsuitbarstingen tussen de bevolkingsgroepen onvermijdelijk zijn. Hij eindigt met de vraag wat Nederland zou kunnen doen om Erdogan onder druk te zetten. Het antwoord op die vraag werd gisteravond eigenlijk al door Sinan Can gegeven: “niets, want Turkije is voor Nederland een veel te belangrijke handelspartner.”

De tegenvraag is wat Ali en zijn bondgenoten zelf ondernemen om de tegen elkaar opgezette bevolkingsgroepen met elkaar in contact te houden. Ali meldt dat hij en veel gelijkgezinden zich in Nederland hebben aangesloten bij de Doorbraak-beweging. Als het om polarisatie tussen verschillende uit Turkije afkomstige bevolkingsgroepen gaat, op dit moment met name Turken en Koerden, dan hangt van de plaatselijke situatie af of en zo ja wat je ertegen kunt doen. SDO-bestuurslid Mehmet Emir stelt dat in Enschede de groep Koerden vrij klein en vrijwel ongeorganiseerd is. Dat ligt in Deventer alweer heel anders. Maar hij erkent dat het goed zou zijn om de contacten tussen de verschillende uit Turkije afkomstige bevolkingsgroepen nu al te gaan verbeteren, voordat ook hier de vlam in de pan zou kunnen slaan.

–  –  –  –  –  –  –  –  –  –

zondag 27 september 2015

vrijdag 25 september 2015
LET OP: 19.00-21.00 uur
Oase
aan de Dinkel / grens Losser-Gronau

Grenzeloze Vredesliederen

Zowel in Duitsland als in Nederland zijn in de loop der jaren binnen de vredesbeweging diverse liederen gezongen om te protesteren tegen oorlog en geweld en/of om de eigen strijdvaardigheid en volharding voor een wereld zonder oorlog en geweld kracht bij te zetten. Sommige van die liederen gingen ook de grens over of kwamen van over andere grenzen bij ons. Samen willen we een aantal, tamelijk bekende vredesliederen zingen en ook luisteren naar de vaak minder bekende achtergronden en herkomst van deze liederen. Zodat niet alleen het zingen zelf maar ook die achtergronden ons verbinden.

i.s.m. Pax Christi im Bistum Münster

Vrede verbindt: Samen zingen om het ideaal vast te houden

Alweer een kortlopende traditie: een Vredesweekbijeenkomst op de vrijdagavond rond het Oase-vuur op de grens van Nederland en Duitsland die in het midden van de onderstaande foto met een soort tegelpad is aangegeven. Als we met elkaar praten is er bij Duitsers en Nederlanders toch altijd iets van een taalprobleem, al was het maar dat de een zijn of haar moedertaal kan spreken en de ander zich ook in de taal probeert duidelijk te maken. Maar als we samen zingen, maakt de taal niet uit. Dat kan Nederlands, Duits of Engels zijn.

Waar de organisatoren Enschede voor Vrede en Pax Christi im Bistum Münster vorig jaar nog een thema (Duitse dienstweigeraars die tijdens de Eerste Wereldoorlog de grens naar het neutrale Nederland overstaken) hadden uitgewerkt, was dit jaar gekozen voor de verbondenheid door vredesliederen die we aan weerszijden van de grens kennen.

Van Nederlandse zijde was het Nonviolent Songbook ingebracht dat Herman van Veelen tijdens een antikernwapenactie aan Enschede voor Vrede heeft geschonken; van Duitse zijde had zanger/gitarist Peter Münster een paar liederen, met name van Wolf Biermann, uitgezocht om met ons te zingen. Hij bekende dat hij zelf geen hardcore pacifist of antimilitarist was, maar dat hij, zelfs als in de gevallen dat hij meende dat militaire actie de enige oplossing was, toch vast wilde blijven houden aan het ideaal van het pacifisme. Door het zingen van de vaak oude liederen van Wolf Bierman, Joan Baez, Bob Dylan maar ook Boudewijn de Groot houd je de geest van dat ideaal levend.

Ook andere deelnemers deelden bij sommige liederen spontaan hun ervaringen. Soms op basis van de tekst; soms via een associatie met een plek of gelegenheid waar ze het lied laatst nog hadden gehoord of gezongen hadden. Zo vertelde Enschede voor Vrede-voorzitter Jan Peters dat hij afgelopen zondag met het Hengelose projectkoor Kanaljerood en het koor La Lega uit Nordhorn in Nordhorn het ook vanavond gezongen Moorsoldatenlied had gezongen wat juist door de Duits-Nederlandse combinatie grote indruk maakte.

De Enschedese Ambassadeur voor de Vrede, Seçil Arda, riep de aanwezigen op om hun engagement met vrede en ontwapening ook te verbinden met een inzet voor solidariteit met vluchtelingen en tegen de groeiende sociaal-economische ongelijkheid in de wereld en de vernietiging van het leefklimaat: naast oorlog twee belangrijke oorzaken van huidige en toekomstige vluchtelingenstromen.

Namens de Oecumenische Kerkentuin “Oase” werden we door Bernd Baumgärtner van harte welkom geheten bij het haardvuur maar ook voor de “Kaffee und Kuche” na afloop. Bij de koffie vertelden bestuursleden van de Oase dat ze deze beginnende traditie na twee jaar graag wilden voortzetten

–  –  –  –  –  –  –  –  –  –

zondag 27 september 2015
10.30-11.30 uur
Ontmoetingskerk
Joh. Wagenaarstraat 6, Enschede

Oecumenische Vredesdienst

Deze dienst is voorbereid door leden van de Rooms-Katholieke Kerk, de Syrisch-Orthodoxe Kerk, het Leger des Heils, de Doopsgezinde Gemeente, de Vrije Evangelische Gemeente en de Protestantse Gemeente, allen uit Enschede. Vrede verbindt, begint op de vierkante meter van ons eigen leven, hier in onze stad Enschede. Samen horn van vrede, samen zingen van vrede en samen bidden om vrede verbindt ons met elkaar, met de stad en met de hele bewoonde wereld. Uiteraard is er na de kerkdienst volop gelegenheid elkaar te ontmoeten, oude verbindingen te verdiepen en nieuw te leggen.

georganiseerd door samenwerkende kerken in Enschede

Verbinden om vrede

Vanochtend vond in de vorige week zondag geopende tot Ontmoetingskerk vernieuwde Vredeskerk de Oecumenische Vredesdienst plaats met naast de ontvangende Protestantse gemeente Enschede ook voorgangers en kerkgangers van de Rooms-katholieke parochie, de Syrisch-orthodoxe kerk, de Vrije Evangelische gemeente, de Doopsgezinde gemeente en het Leger des Heils. Met recht een ontmoeting in veelkleurigheid en een verbinding om vrede.

Alle deelnemende kerkgenootschappen was gevraagd en symbool uit de eigen traditie mee te nemen dat voor hen de vrede symboliseerde.

Voor de ontvangende Protestantse gemeente was dat vandaag de nieuw geopende Ontmoetingskerk en de uitgesproken wens dat dit gebouw niet alleen een huis voor de Protestantse gemeente maar voor de hele stad Enschede mocht zijn.

Voor de Vrije Evangelische gemeente stond een zoektocht naar het begrip vrede centraal. Het vinden van rust en tegelijkertijd de afwezigheid van oorlog en geweld. Beide zijn gediend met de verbondenheid met de ander.

Ds. Carla Borgers van de Doopsgezinde gemeente had de woorden “Vrede verbindt” liever omgedraaid. Verbinding geeft vrede, maar niet vanzelf. Het vergt een handen uit de mouwen steken, zoals wordt uitgedrukt met de uit veelkleurige handen samengestelde vredesduif van de Doopsgezinde gemeente Enschede. Sinds deze Doopsgezinde gemeente geen eigen kerkgebouw meer heeft leidt deze vredesduif een zwervend bestaan en duikt zo af en toe op (zoals eerder deze week bij de Viering van de Internationale Dag van de Vrede). Het zwervend bestaan van deze vredesduif verwijst ook naar de vele vluchtelingen die door oorlogen op drift zijn geraakt en die op zoek zijn naar vrede. Iets dat ze hopen te vinden in ons land en dat wij hen hopelijk ook bieden. Met onze handen uit de mouwen.

Majoor Marijke van Dalen ging vanuit het Leger des Heils verder in op het handen uit de mouwen steken. Toen de oprichter van het Leger, Wiliam Booth, in 1891 vaststelde dat hij geen beweging kreeg bij de eigenaren van de luciferfabrieken in Groot-Brittannië die botkanker veroorzakende gele fosfor gebruikten voor de door hen gefabriceerde lucifers, begon hij zelf een luciferfabriek waar het minder ziekteverwekkende maar duurdere rode fosfor werd gebruikt. “Licht in het donkere Engeland” was de slogan van zijn product. En de opzet werkte. Zijn product sloeg aan bij de afnemers van lucifers en de reguliere luciferfabrikanten besloten ook over te schakelen, waarna Booth zijn fabriek weer kon sluiten. Dat staat, volgens Van Dalen, voor de praktische insteek van het Leger des Heils èn voor het brengen van licht in de duisternis.

Pastoor André Monninkhof van de Rooms-Katholieke parochie toonde via de beamer een modern hongerdoek dat in de Vastenperiode in de kerk hangt om de kerkgangers te herinneren aan de noden in de wereld. Internationale solidariteit is een kernwaarde bij het werken aan vrede.

En aartsdiaken Elias Zacharia van de Syrisch-Orthodoxe kerk zong tot slot het Onze Vader in het Aramees, de taal waarin het Onze Vader voor het eerst uit de mond van Jezus Christus heeft geklonken. De Syrisch-Orthodoxe kerk is niet alleen de kerk van de Arameeërs, de eerste bevolkingsgroep na de joden waarbinnnen het christendom landde, maar ook de voortzetting van de de kerk die in Antiochië werd gesticht waar de volgelingen van Jezus voor het eerst “christenen” werden genoemd. Hij herinnerde de aanwezigen eraan dat de Syrisch-Orthodoxe kerk tweeduizend lang in het Midden-Oosten heeft bestaan, maar daar nu geleidelijk dreigt te verdwijnen. Desalniettemin wensen Arameeërs elkaar als begroeting “shlomo”, vrede, toe.

–  –  –  –  –  –  –  –  –  –

zondag 27 september 2015
14.30-16.30 uur
Boekhandel Broekhuis
Marktstraat 12, Enschede

 

Vrouwen als vredestichters

Vrouwen hebben een andere instelling en betrekking tot het leven dan mannen. Dat is de kracht van vrouwen. Hoever kunnen ze hun kracht inzetten om oorlog te voorkomen en vrede te stichten. Wat zijn de effecten om vrede langdurig in stand te houden? Is er een actieve rol
voor vrouwen in de vredesonderhandelingen?
Inleiding door Leila Jaffar, Palestijnse Neder-landse, intercultureel communicatiedeskundige, gevolgd door discussie  met panel.

Panel:
Yasmin Khalaf, Syrische Nederlandse
Zirayeta Ibrahimovic, Bosnische Nederlandse
Patricia Mansaray, Sierra Leonische Nederlandse
Voorzitter:
Secil Arda, Ambassadeur Vredesweek 2015

i.s.m. Debat aan de Markt en Vrouwen voor Vrede Enschede

 Vrouwen als verbinders voor vrede

Bij haar toezegging de Enschedese Ambassadeur van de Vrede te worden, benadrukte Seçil Arda het belang van een debatbijeenkomst tijdens de Vredesweek, naast alle presentaties van sprekers, materialen, films en muziek die we al organiseerden. Dat debat, zo werd overeengekomen, zou dan over de rol van vrouwen als vredestichters gaan. Bij de samenstelling van het panel is de nadruk komen te vallen op vrouwen die als vluchteling uit ernstige conflictgebieden afkomstig zijn. Ook nu weer erg actueel. Als we het over vrede hebben moeten we het helaas ook over oorlog hebben, aldus Arda.

De vrouw die voor een uitgebreidere inleiding is gevraagd, is Leila Jaffar, een Nederlandse Palestijnse die lange tijd betrokken is geweest bij de Joods-Palestijnse dialoog (“over ons gemeenschappelijke conflict”) en tegenwoordiger en bureau heeft voor interculturele communicatie en mediation. Een rijke achtergrond om tot ons te spreken, maar zelfs dan sta je altijd nog op de schouders van reuzen uit het verleden. Zo haalt ze een uitspraak aan van Socrates (“verandering komt niet voort uit de strijd tegen het slechte, maar uit het bouwen aan het goede”)  en van Rumi (“gisteren was ik slim en wilde de wereld veranderen, vandaag ben ik wijs en verander ik mij zelf”).

De kracht van vrouwen is volgens Jaffar om ook tijdens de oorlog de dagelijkse gang van zaken door te laten gaan. In de traditionele taakopvatting is dat het runnen van het huishouden, de zorg voor de kinderen, het draaiende houden van de economie en het verplegen van de in de strijd gewond geraakte mannen. Maar tegenwoordig wordt die rol breder gezien en gaat het ook over mediation en peace talks. Vrouwen kunnen het gesprek met de anderen gaande houden. Ze beschikken over kwaliteiten als nieuwsgierigheid en luistervaardigheid. En in een belangenconflict is niets belangrijker dan het actief luisteren (dus met doorvragen) naar de ander.

Jaffar pleit ervoor dat vrouwen een rol krijgen in de vredesprocessen over de beëindiging van een gewelddadig conflict. Een belangrijk verschil tussen Tunesië en Egypte is dat vrouwen in Tunesië in veel grotere mate in alle sectoren van de samenleving participeren en daarom ook in het vredesproces geparticipeerd hebben. Daarin is ook een deel van de verklaring te zoeken voor het feit dat de situatie na de Arabische Lente in Tunesië beter is verlopen dan in Egypte.

Ook in de religie moet de tekstuituitleg niet aan de mannen overgelaten worden. Daar overheerst de herhaling van de traditionele lezing. Maar als je kritisch leest, zie je heel heel andere dingen. “De waarheid van de religie komt in de kleren van de cultuur.” Het is dus de cultuur die de interpretatie van de godsdienst bepaalt. In het Midden-Oosten propageert Saoedi-Arabië heel nadrukkelijk en met heel veel middelen een bepaalde interpretatie van de islam. Daarin gaat het vooral om strijd en bepaald niet om het zoeken naar verbinding, wat toch een wezenskenmerk voor religie is. Daarmee verhardt de strijd in het Midden-Oosten. Saoedi-Arabië is de vader van ISIS.

Om zich te weer te stellen tegen de machtsuitoefening door de mannen stellen vrouwen veel te vaak de macht van de onmacht (“wij zijn zielig en worden onderdrukt”) tegenover deze macht, waarmee ze op sympathie rekenen. Maar dat moet je niet doen, volgens Jaffar, want het bevestigt de verhoudingen. Je vraagt de mannen om een gunst, terwijl je eigenlijk je recht op moet eisen.

In plaats van de macht van de onmacht, bepleit zij dan ook de harde taal van de vrede. Je hoeft niet altijd de dialoog te zoeken en begrip te hebben voor de ander. Soms moet je gewoon weigeren om in het verhaal van de oorlog mee te gaan. Toon je vechtlust om vrede te bereiken.

De andere panelleden wordt vervolgens gevraagd hier, vanuit hun eigen ervaring, op te reageren.

Yasmin Khalaf is afkomstig uit Syrië en woont inmiddels meer dan tien jaar in Nederland. Haat creëert volgens haar een gat in de ozonlaag van de menselijkheid. In Syrië is zij in liefde opgegroeid. In het ouderlijk huis in Damascus kwamen naast ook christenen ook moslims en joden over de vloer. En ook nu hoort ze de verhalen van familie, vrienden en bekenden in het verscheurde land, over mensen die daar de vrede blijven zoeken. Die in vrede met elkaar proberen te blijven leven en nog steeds zorg voor elkaar hebben in plaats van alleen voor zichzelf op te komen. Het gaat erom aan die waarden vast te blijven houden.

Zirayeta Ibrahimovic is afkomstig uit Bosnië. Daar leefde ze gelukkig tot het begin van de oorlog in 1992. Op school leerden ze als moslims, orthodoxen en katholieken als broeders en zusters samen te leven en met elkaar vereend te blijven. Ze werden wel op een oorlogssituatie voorbereid, maar dat zou een oorlog zijn tegen een vijand die van buiten kwam. Niet tegen een vijand waarin je eigen buurman of buurvrouw zich plotseling ontpopte. Want dat gebeurde in Bosnië: buren die tegen elkaar vochten. Van de ene dag op de andere. Tot die ene dag had zij vertrouwen in alle mensen en dat vertrouwen is weg. Ze weet ook wel dat er naast slechte ook heel veel goede mensen zijn, maar ze weet niet meer wie ze wel en wie ze niet kan vertrouwen.

Het derde panellid, Patricia Mansarya, is afkomstig uit Sierra Leone. Een land rijk aan grondstoffen zoals diamant en goud, maar de bevolking is nog steeds arm. Grondstoffenroof, corruptie, oorlog en vorig jaar ook nog een ebola-epidemie. Vrouwen, zo betoogt zijn, hebben meer invloed dan zij denken. Zij hebben namelojk een andere invalshoek dan mannen en daarin ligt hun kracht. De vrouw is als moeder de eerste lerares van haar kind. Zij leert het kind liefde en geborgenheid. Vrouwen begrijpen man beter en dat geeft hen invloed. Vrede wordt thuis bewaard door de vrouw en daar, thuis, begint de vrede. Maar dat is niet voldoende. Het is volgens Mansaray van belang dat vrouwen hun invloed verbreden naar de samenleving en ook naar de politiek.

Gevraagd naar wat hen troost geeft antwoord Ibrahimovic dat haar moestuin alle therapeuten vervangt. Yasmin werkt graag met woorden, de gedichten van haar vader en haar eigen verhalen. Patricia noemt haar kinderen.

Aan Jaffar wordt gevraagd wat zij onder het “vechtmodel” verstaat. Jaffar meldt dat het vooral een kwestie van bewustzijn zijn is hoe macht werkt. Vrouwen blijven maar vriendelijk, terwijl de mannen veel meer voor zichzelf opkomen. Alle kenmerken die aan vrouwen worden toegedicht en “vrouwelijk” wordden genoemd zijn kenmerken van onmacht. De vragensteller herinnert zich een uitspraak van Simone de Beauvoir: “in het belang van de liefde moet je soms hard zijn.”

Een andere vragensteller verwijst naar VN-resolutie 1325 waarin de rol van vrouwen bij vredesprocessen wordt benadrukt. Maar in de VN zelf zijn slechts 14 van de ruim 190 staatshoofden vrouw. Moet daar aan de top dan ook niet iets veranderen? Arda sluit nog eens aan bij het vorige punt: macht wordt niet gegeven maar genomen. Als vrouwen moet je niet in de slachtofferrol gaan zitten, maar ook bondgenoten onder mannen zoeken. Vooral zij die medemenselijkheid en andere waarden voorstaan en tegen het economische primaat vechten. Het huidige gemeenteraadslid Ahmed Yilmaz herinnert ons aan het adagium “macht corrumpeert” en houdt de aanwezigen voor om niet alleen zelf de macht te zoeken maar juist ook de machtigen scherp te houden.

Voormalig gemeenteraadslid Tine Dondorp deelt haar eigen ervaring dat als je niet de baas wil spelen in de politiek, je soms meer invloed hebt dan als je steeds op de vuist op tafel slaat. Dick Feil mist tot dusverre een verwijzing naar Angela Merkel. Voor hem vervult zij thans een rolmodel voor alle mannelijke regeringsleiders in Europa. Waar haar mannelijke collega’s ruzie maken over verdeelsleutels en muren laten bouwen, zegt zij richting vluchtelingen en haar eigen bevolking: “Kom maar, wir schaffen es”. Daaruit klinkt leiderschap. Jaffar vult aan dat het optreden van Merkel een grote klap voor ISIS betekende. Eén van de zaken die ISIS benadrukt is dat je met vrouwen in de regering op de afgrond afstevent, maar Merkel maakt met haar breed in de Arabische wereld verspreide uitspraak duidelijk dat dat geenszins het geval is. Het land dat zij leidt stevent bepaald niet op een afgrond af. Door een andere wordt opgemerkt dat Angela Merkel ook als verbinder optreedt als het om de verhoudingen met Rusland gaat.

Jan ter Haar wil naast Merkel, die de rijkdom van Duitsland wil delen, ook Marjan Minnesma, noemen. De directeur van Urgenda die twee maanden geleden een rechtszaak tegen de staat won over de noodzaak een adequater klimaatbeleid te voeren. Onze rijkdom delen is één ding; ons bewust zijn dat we in Europa op veel te grote voet leven dan de aarde aankan is even noodzakelijk. Het Fort Europa houdt niet alleen vluchtelingen buiten de deur, maar verdedigt ook haar veel te grote voetafdruk.

Terug naar de machtsvraag. Eén van de aanwezigen meent dat mannen de macht in handen willen houden uit angst voor de potentiële macht van vrouwen. Dit punt wordt door een mannelijke aanwezige bevestigt: kijk naar Pussy Riot en Femen. Vroeger was de slogan “baas in eigen buik”, maar nu lijkt het “baas met de borst vooruit” te zijn. En dat is inderdaad erg confronterend. Een andere aanwezige man meldt dat de vermeende kracht van mannen ook een vorm van onmacht is. En mannen en vrouwen blijven in onmacht zitten, omdat ze zich niet bewust zijn dat ze dat doen.

Discussieleidster Arda haalt Netty Donhuijsen naar voren die haar ervaringen over Nederlands Indië deelt. Het was een klassenmaatschappij waarin de blanken bovenaan stonden, daarna de kleurlingen, de gemengden, volgden en het autochtone Indonesische volk helemaal onderaan stond. Die vaste verhoudingen golden ook voor mannen en vrouwen. In de traditionale Nederlands-Indische gezinnen trokken de mannen alle macht naar zich toe.

Eén van de aanwezigen vindt het erg interessant om te horen wat mensen in het verleden is overkomen, maar zou nu ook wel willen weten wat we nu gaan doen. Als suggestie wordt meegegeven de nieuwe burgemeester te laten inburgeren en te laten kennismaken met deze mensen met al hun verhalen. Jan ter Haar meent dat we niet alleen maar naar anderen moeten kijken, maar ook zelf moeten veranderen. Dat geldt voor alle inwoners van het al eerder genoemde Fort Europa: consuminderen en rijkdom delen. Maar ook tot inkeer komen.

In de zaal zit ook een dochter van panellid Patricia Mansaray, die erop wijst dat kinderen van “nieuwe Nederlanders” het op school veel moeilijker hebben dan kinderen van autochtone Nederlanders. Ook als ze op zich wel mee kunnen komen met de lesstof, krijgen ze altijd een lager het schooladvies ”omdat ze de taal minder goed spreken”. Natuurlijk heb je daar een achterstand, maar die achterstand blijft voortbestaan als je op grond daarvan op een lager niveau moet doorleren of niet in aanmerking komt voor bepaalde stages. Het is een vorm van verborgen discriminatie. Misschien niet eens bewust.

De Russische Svetlana en de Tsjechische vluchtelinge Hanka van na de staatsgreep van 1968 zijn geschokt over dit verhaal. Zelf hebben zij dat nooit ervaren en ze vragen zich af of het met de huidskleur van de dochter van Mansaray te maken heeft. De taak van vrouwen is volgens hen juist het investeren in de toekomst en daar hoort goed onderwijs bij. Een van de aanwezigen die in het onderwijs heeft gewerkt kent van huis uit het adagium “Mientje hoeft niet door te leren, want Mientje gaat toch straks trouwen.” Haar ervaring is dat in veel allochtone gezinnen nog steeds zo gedacht wordt. Dick Feil onderschrijft dat en vindt dat ook een opdracht voor ons als het om de vluchtelingen gaat die nu ons land en ook Enschede binnenkomen. Bij goed onderwijs ligt de sleutel naar de toekomst, als we dan vreedzaam willen samenleven en niet onze spijt menen te moeten betuigen over wat er allemaal is misgegaan.

Een andere aanwezige ervaart dat elke keer als zij uitdrukking geeft aan wat zij waardevol vindt, zij aan vrede werkt. Ze roept de aanwezige op om hun namen op te schrijven en elkaar tot steun te zijn, als vrouwencirkels en vrouwendenktanks. Els du Rieu benadrukt het belang om ook naar elkaar dromen te luisteren. Jaag niet alleen je eigen droom na, maar deel die dromen ook met elkaar. Als je ze met elkaar deelt voorkom je dat je je droom verliest zodra het even tegenzit of er iets anders op je pad komt. Door dromen met elkaar te delen steunen we elkaar om onze dromen te verwezenlijken.

Arda geeft vervolgens het woord aan een aantal jongere vrouwen die aanwezig zijn. Volgens hen willen niet alleen vrouwen maar ook mannen graag een andere, vreedzamere wereld waarin andere waarden prevaleren dan alleen maar het opkomen voor jezelf. Het geweld dat zich in onze samenleving niet alleen fysiek uit maar ook in het economische systeem heeft veel met het kapitalisme te maken. Daar sluit weer een ander op aan met de oproep om niet te investeren in de wapenindustrie. Volgens Arda is dat een goed thema voor een ander debat over de rol van het bedrijfsleven en financiële instellingen als het om oorlog en vrede gaat.

Als laatste spreker uit de zaal geeft Arda het woord aan Kwame die een oude Afrikaanse wijsheid ventileert: “Als je een man onderwijst, onderwijs je een individu. M maar als je een vrouw onderwijst, onderwijs je een hele samenleving.” Als er een probleem is willen mannen meteen aan de slag en hun spierkracht gebruiken, terwijl vrouwen eerst met elkaar over het probleem willen praten. “Mannen bouwen huizen, vrouwen creëren een thuis.” Vrede begint thuis en verspreidt zich vervolgens via de straten over de steden.

Tot slot loopt Arda het panel nog eens lang voor een laatste slotopmerking. In reactie op de pleidooien om te streven naar politieke macht stelt Yasmin Khalaf dat het alfabeth van de vrede op de rug van de medemens staat. Als je alleen maar met jezelf bezig bent en in de spiegel kijkt, zie je het niet. Je ziet het pas als je omziet naar elkaar. Zirayeta Ibrahimovic zou alle wapenfabrieken sluiten als ze politieke macht zou hebben. Maar de macht die ze nu heeft gebruikt ze vooral om haar kinderen in vrede op te voeden en niet te belasten met het verleden. Patricia Mansarya stelt dat duurzame vrede begint met respect. Vrede komt niet van buiten, maar moet uit jezelf komen. Daarom is het belangrijk om netwerken met anderen in de eigen samenleving te onderhouden. Dat is het belangrijkste wat je als mens voor de vrede kunt doen. Laila Jaffar, tenslotte, hoort heel veel mensen heel hard “nee” roepen tegen vluchtelingen, maar we moeten juist heel hard “ja” te roepen. En wij kunnen zelf heel veel doen naar die vluchtelingen toe. Ze helpen met praktische zaken, met de taal, met het inburgeren. Heet ze welkom.

Afrondend trekt Arda de conclusie dat vrede iets is waar vrouwen en mannen samen aan moeten werken. Door te investeren in de medemens. Hem of haar een warm bad te geven. Maar om te gaan met de angst. Te benadrukken dat we elkaar moeten accepteren en het goede voorbeeld voorleven.

–  –  –  –  –  –  –  –  –  –

zondag 27 september 2015
20.00-21.30 uur
Rabotheater
Beursstraat 44, Hengelo

Klanken van vrede en verzoening

Vardan Hovanissian ontwikkelde zich tot meester van de dudok, het dubbelrietinstrument dat de ziel van Armenië als geen ander uitademt. Ruim tien jaar geleden vond hij een zielsgenoot in de Turkse saz-speler Emre Gültekin. Hun grensoverstijgende vriendschap resulteerde nu in een eerste duo-cd “Adana”. Adana verwijst niet alleen naar de stad waar de Armeense tragedie van 100 jaar geleden zijn aanloop kende, maar staat ook voor de droom van een stad waar Turken en Armeniërs in harmonie samenleven. Dit album staat dan ook symbool voor de verzoening en de vriendschap tussen twee verwante culturen.

Muziek verbindt naar vrede

Als slotakkoord van de Vredesweek 2015 “Vrede Verbindt” klonken vanavond in het Rabotheater in Hengelo de klanken van vrede en verzoening van het Armeens-Turkse duo Vardan Hovanissian (duduk) en Emre Gültekin (saz). Met hun tweeën speelden ze stukken van Turkse en Armeense componisten om te laten zien hoe rijk het samen leven en samen spelen van verschillende culturen is.

Eeuwenlang hebben de Armeense en Turkse culturen, samen met nog tientallen andere, naast elkaar bestaan in Anatolië en elkaar over en weer beïnvloed. Het heeft tot mooie muziek en andere kunstvormen geleid. De musici benadrukken hoe belangrijk het is om de herinnering hieraan vast te blijven houden en deze niet ook met de genocide in de vergetelheid te laten geraken.

 

Aan het eind van het optreden was er nog een verrassing. In Twente woont een Armeense taaz-speler die het duo de laatste twee liedjes uitbreidde tot een trio.

En tot slot nog een laatst regionale noot. Het oosterse kleed waarop de instrumenten van Gültekin lagen, is het kleed dat door de inmiddels aan de Protestantse eredienst onttrokken Opstandingskerk in gebruik was voor de jaarlijkse Levende Kerststal…

 

–  –  –  –  –  –  –  –  –  –