Winnaar Nobelprijs voor de Vrede ontvangen in Enschedese Vredestuin
Nog geen week nadat het Noorse Nobelprijscomité op vrijdagochtend 6 oktober bekend maakte dat de Nobelprijs voor de Vrede dit jaar toegekend werd aan de International Campaign to Abolish Nuclear Weapons (ICAN – Internationale Campagne om Kernwapens af te schaffen) ontving Enschede voor Vrede op donderdagavond 12 oktober in haar maandelijkse Vredestuin-bijeenkomsten Selma van Oostwaard die vanuit PAX (voorheen IKV Pax Christi) een belangrijke rol in dit internationale netwerk heeft gespeeld. Zij ging op deze bijeenkomst in op de achtergronden van de gevoerde campagne, het tot dusverre bereikte resultaat en hoe het nu verder gaat.
Kernwapens lijken een relikwie van de Koude Oorlog, een onderwerp van de Vredesbeweging uit de vorige eeuw. Niet meer van deze tijd, dus. Maar dat is een misvatting, zo laten de recent opgelopen spanningen met Noord-Korea zien en ook de jarenlange spanningen met Iran over het nucleaire programma van dat land. Twee discussies die volgens Selma van Oostwaard (en overigens ook volgens de Belgische hoogleraar Tom Sauer in zijn recent verschenen boek “De Strijd voor Vrede – en hoe we die kunnen winnen”) een volstrekt logische consequentie van het in 1967 gesloten Non-ProliferatieVerdrag (NPV) dat een op langere termijn niet verdedigbaar onderscheid maakt tussen de haves en de havenots, de vijf staten die in 1967 al kernwapens hadden (de Verenigde Staten, de Sovjetunie/Russische Federatie, Groot-Brittannië, Frankrijk en China – niet geheel toevallig ook nog eens de vijf permanente leden van de VN Veiligheidsraad) en de bijna 200 staten die deze toen nog niet hadden en ze volgens het ook niet mogen ontwikkelen. Van de verplichting die de kernwapenstaten door de ondertekening van het NPV zijn aangegaan om hun kernwapenarsenalen af te bouwen tot uiteindelijk helemaal niets is in de tussenliggende 50 jaar maar weinig terecht gekomen. Sterker nog, in plaats van afbouwen wordt met name binnen de VS en ook in Rusland gesproken over een modernisering van hun bestaande kernwapenarsenalen. Iets dat in combinatie met toenemende spanningen tussen beide landen (sommigen spreken zelfs over een Nieuwe Koude Oorlog) met de nodige bezorgdheid bekeken moet worden.
Aan het eind van de Koude Oorlog en in de jaren daarna is wel een begin gemaakt met nucleaire ontwapening door met name de Verenigde Staten en Rusland maar naarmate publieke druk vanuit bijvoorbeeld de Vredesbeweging op dat proces afkalfde kwam dat ontwapeningsproces ook geleidelijk tot stilstand en beide (voormalige) grootmachten beschikken nog steeds over kernwapenvoorraden die de aarde meerdere malen kunnen vernietigen en, wat nog veel zorgwekkender is, die ook nog steeds in een toestand van opperste alertheid staan. Nog maar recent was het door een verkeerd geïnterpreteerd atmosferisch verschijnsel bijna tot een heuse nucleaire oorlog gekomen met alle verschrikkingen van dien. Er zijn, kortom, nog veel te veel kernwapens in de wereld, in plaats van hun NPV-verplichting die verder af te bouwen, zijn de bestaande kernwapenstaten begonnen aan peperdure modernisering van hun arsenalen en onder de niet-kernwapenstaten neemt de onvrede hierover steeds verder toe waarbij enkelen zich ook niet langer meer aan het NPV gebonden achten en aankondigen om ook kernwapens te gaan ontwikkelen.
Binnen de wereldwijde Vredesbeweging kwam men tot de conclusie dat het tot dan toe gevolgde spoor van campagnes om de kernwapenstaten te houden aan hun NPV-verplichtingen en aan te sturen op een nieuwe ontwapeningsronde weinig succesvol was en men besloot het over een andere boeg te gooien. De afgelopen jaren had diezelfde Vredesbeweging via wereldwijde campagnes rond landmijnen (waarvoor ook al een Nobelprijs voor de Vrede was binnengehaald), chemische wapens (idem) en clusterbommen op al die terreinen bereikt dat de VN tot een wereldwijd verbod van die wapensystemen was overgegaan waarop de meeste landen toch waren overgegaan de bestaande voorraden te vernietigen en landen die dat niet hadden gedaan en deze wapens zelfs nog inzetten onder zware internationale kritiek kwamen te staan (denk aan Syrië). Uitgangspunt bij deze campagnes was niet het uitruilen van wapenvoorraden (“als jij ze met 10% reduceert, doe ik dat ook”) maar door het karakter van deze wapens ter discussie te stellen: landmijnen, chemische wapens en clusterbommen maken vooral burgerslachtoffers; ze kunnen het onderscheid tussen burgers en militairen niet maken en daarmee zijn ze in strijd met het oorlogsrecht waarin het onderscheid tussen burgers en militairen juist wel centraal staat.
Welnu, het vooral treffen van burgers en het geen onderscheid kunnen maken tussen burgers en militairen geldt ook voor kernwapens. En dus begon de wereldwijde Vredesbeweging aan een nieuwe kernwapencampagne waarbij niet de bezitters en potentiële gebruikers van die kernwapens het uitgangspunt vormden, maar de (potentiële) slachtoffers ervan. In de eerste plaats de overlevenden van de kernbommen op Hiroshima en Nagasaki. Eén van hen, de inmiddels 85-jarige Setsuko Thurlow, zal de Nobelprijs later dit jaar ook in Oslo in ontvangst komen nemen. Samen met medische hulporganisaties zoals het Internationale Rode Kruis, dat zich in het verleden nooit over anti-kernwapencampagnes kon uitspreken, hebben de in ICAN verenigde vredesorganisaties juist de uitwerkingen van de onmenselijke vernietigingskracht van kernwapens centraal gesteld en Setsuko Thurlow maar ook vele andere overlevenden (ook van kernwapenproeven in bijvoorbeeld de Pacific) kwamen aan het woord op de vele internationale conferenties die de afgelopen jaren zijn georganiseerd met warme steun van het merendeel van de bijna 200 staten die bij het Non-ProliferatieVerdrag feitelijk buiten de deur worden gehouden. De kernwapenstaten en waren veelal de grote afwezigen op deze conferenties. Daaronder ook de circa 25 Europese semi-kernwapenstaten, die weliswaar zelf geen kernwapens hebben maar als NAVO-lid wel onder de Amerikaanse “atoom-paraplu” vallen en waarvan een 5-tal (Nederland, België, Duitsland, Italië en Turkije) Amerikaanse kernwapens op hun grondgebied gestationeerd hebben.
Naast haar bijdrage aan de internationale activiteiten van ICAN richtte PAX zich in Nederland dan ook vooral op de Nederlandse politiek. En met succes. Enkele jaren geleden voerde zij in heel Nederland de actie “Teken tegen Kernwapens” (waar we als Enschede voor Vrede ook nog een bijdrage aan hebben geleverd) om voldoende handtekeningen te verzamelen om een eigen agendapunt op de agenda van de Tweede Kamer te kunnen plaatsen en deze ook zelf in de Tweede Kamer toe te kunnen lichten. Het leidde tot een door een Kamermeerderheid aangenomen motie waarin de Nederlandse regering werd opgeroepen om zich internationaal tot het uiterste in te spannen om tot een kernwapenverbod te komen. Mede vanwege die motie en ook aanhoudende druk vanuit de Tweede Kamer was Nederland afgelopen voorjaar als enige NAVO-lidstaat aanwezig bij de onderhandelingen over de uiteindelijke VN-resolutie om tot een verbod op kernwapens te komen. Toen er overeenstemming over de tekst was bereikt drong Nederland aan op stemming en stemde als enige land tegen; 123 landen waren voor. De kernwapenstaten en overige NAVO-lidstaten waren niet bij de stemming aanwezig.
123 lidstaten is echter een meerderheid en dus is op 7 juli 2017 een verbod op kernwapens aangenomen door de Verenigde Naties. Zodra 50 landen het verdrag ook hebben geratificeerd (dat wil zeggen dat naast de diplomaat van dat land in de VN ook de regering of het parlement van de betreffende lidstaat officieel heeft besloten met het verdrag akkoord te zijn) dan is het verdrag ook van kracht en kunnen de overige lidstaten van de VN aan de kernwapenstaten concrete maatregelen eisen om aan de bepalingen in het verdrag te voldoen. Weliswaar zal de VN geen machtsmiddelen hebben om deze kernwapenstaten (en ook nog eens de veto-recht-genietende permanente lidstaten van de VN-Veiligheidsraad) tot maatregelen te dwingen, maar de kernwapenstaten zullen zich toch gedwongen voelen om met een reactie te komen. Een eerste, wel heel erg hautaine reactie van de VN-ambassadeur van de Verenigde Staten op het kernwapenverbod viel in ieder geval heel erg verkeerd bij de overige VN-lidstaten maar ook in eigen huis.
Al met al een bijzonder interessant, maar soms ook ingewikkeld verhaal, waardoor Selma van Oostwaard niet meer toekwam aan de betekenis van het verdrag voor de kernwapenambities van Noord-Korea die nu het nieuws bepalen. In de dagen tussen de toekenning van de Nobelprijs en de laatste onderhandelingen over het op dinsdag 10 oktober gepresenteerde Regeerakkoord van Rutte III voerde PAX nog een campagne om de Nederlandse ondersteuning van het VN-kernwapenverbod in het regeerakkoord te krijgen (drie van de vier coalitiepartijen hebben destijds namelijk de Kamermotie ondersteund). De uiteindelijke tekst die in het Regeerakkoord terecht is gekomen valt echter toch tegen: “Het kabinet zet zich, binnen het kader van de bondgenootschappelijke verplichtingen, actief in voor een kernwapenvrije wereld, gezien de grote risico’s van proliferatie van deze wapens.” De “bondgenootschappelijke verplichtingen” als NAVO-lidstaat blijven deze inzet dus inperken en bovendien noemt het kabinet via de proliferatie toch weer het NPV de basis voor haar inzet en niet het op 7 juli aangenomen kernwapenverbod dat zich baseerde op de humanitaire gevolgen van deze wapens. Er is dus ook in Nederland nog werk aan de winkel.
verslag Jan Schaake